German

Detailed Translations for Boden from German to Dutch

Boden:

Boden [der ~] noun

  1. der Boden (Fußboden; Grund; Erde)
    de grond; de vloer
  2. der Boden (Bodenkrume; Grund)
    de grond; de bodem; de aardkorst; de aarde
  3. der Boden (Acker; Grund)
    het veld; het bouwland; de grond; de akker
  4. der Boden (Grund)
    bodemoppervlak; de bodem; de grond
  5. der Boden (Dachboden; Hängeboden; Speicher; Lagerboden)
    de zolder; de vliering
  6. der Boden (Grundfarbe; Basis; Grundlage; Fundament; Bodenschicht)
    de grondverf; de grondlaag; eerste laag verf

Translation Matrix for Boden:

NounRelated TranslationsOther Translations
aarde Boden; Bodenkrume; Grund Erdball; Erde; Welt
aardkorst Boden; Bodenkrume; Grund
akker Acker; Boden; Grund
bodem Boden; Bodenkrume; Grund
bodemoppervlak Boden; Grund Bodenflächemaße; Oberfläche
bouwland Acker; Boden; Grund
eerste laag verf Basis; Boden; Bodenschicht; Fundament; Grundfarbe; Grundlage
grond Acker; Boden; Bodenkrume; Erde; Fußboden; Grund Ausgangspunkt; Fundament; Fundierung; Fußboden; Grund; Grundgedanke; Grundlage; Grundschicht; Unterbau; Unterlage
grondlaag Basis; Boden; Bodenschicht; Fundament; Grundfarbe; Grundlage Begründung; Fundierung; Grundlage
grondverf Basis; Boden; Bodenschicht; Fundament; Grundfarbe; Grundlage
veld Acker; Boden; Grund Feld
vliering Boden; Dachboden; Hängeboden; Lagerboden; Speicher
vloer Boden; Erde; Fußboden; Grund
zolder Boden; Dachboden; Hängeboden; Lagerboden; Speicher

Synonyms for "Boden":


Wiktionary Translations for Boden:

Boden
noun
  1. bodem van een ruimte in een gebouw

Cross Translation:
FromToVia
Boden bodem; bedding bed — the bottom of a lake or other body of water
Boden bed; bedding; onderlaag; bodem bed — flat surface or layer on which something else is to be placed
Boden bodem; onderkant bottom — the lowest part
Boden aarde earth — the ground, land
Boden vloer floor — lower part of a room
Boden aarde; grond ground — soil, earth
Boden aarde; grond soil — mineral or organic material serving as a natural medium for the growth of land plants
Boden vloer plancherouvrage de charpente fait d’un assemblage de solives, recouvrir de planches former plate-forme sur l’aire d’un rez-de-chaussée, ou séparer deux étages d’un bâtiment.
Boden aarde; aardrijk; bodem; grond; land; aardbodem; fond; ondergrond; voedingsbodem terresol sur lequel nous marcher, sur lequel les maisons construire, qui produire et nourrir les végétaux.

Related Translations for Boden



Dutch

Detailed Translations for Boden from Dutch to German

bod:

bod [het ~] noun

  1. het bod
    Angebot; Gebot; die Ansage
  2. het bod (voorstel; motie; propositie; voorstel doen)
    der Vorschlag; Angebot

Translation Matrix for bod:

NounRelated TranslationsOther Translations
Angebot bod; motie; propositie; voorstel; voorstel doen aanbieding; aanbod; koopje; offerte; prijsopgave; speciale aanbieding; voorstel
Ansage bod prompt
Gebot bod belofte; bevel; commando; gebod; gelofte; orde; order; regel; regeling; reglement; toezegging; verbintenis; verplichting; voorschrift; wet
Vorschlag bod; motie; propositie; voorstel; voorstel doen aanbieding; aanbod; klik; koopje; offerte; overhandiging; projectvoorstel; speciale aanbieding; verzoek; voorstel

Related Words for "bod":

  • boden

Wiktionary Translations for bod:

bod
noun
  1. Kaufangebot bei einer Auktion

Cross Translation:
FromToVia
bod Gebot bid — offer at an auction
bod Vorschlag; Angebot offer — proposal
bod Angebot; Offerte; Antrag offer — law: invitation to enter binding contract
bod Angebot offer — something put forth
bod Anerbieten; Antrag; Gebot; Aufführung; Darbietung; Vorlegung; Vorstellung; Präsentation; Darreichung; Darstellung; Offerte offreaction d’offrir.

bieden:

bieden verb (bied, biedt, bood, boden, geboden)

  1. bieden
    bieten
    • bieten verb (biete, bietest, bietet, bot, botet, geboten)

Conjugations for bieden:

o.t.t.
  1. bied
  2. biedt
  3. biedt
  4. bieden
  5. bieden
  6. bieden
o.v.t.
  1. bood
  2. bood
  3. bood
  4. boden
  5. boden
  6. boden
v.t.t.
  1. heb geboden
  2. hebt geboden
  3. heeft geboden
  4. hebben geboden
  5. hebben geboden
  6. hebben geboden
v.v.t.
  1. had geboden
  2. had geboden
  3. had geboden
  4. hadden geboden
  5. hadden geboden
  6. hadden geboden
o.t.t.t.
  1. zal bieden
  2. zult bieden
  3. zal bieden
  4. zullen bieden
  5. zullen bieden
  6. zullen bieden
o.v.t.t.
  1. zou bieden
  2. zou bieden
  3. zou bieden
  4. zouden bieden
  5. zouden bieden
  6. zouden bieden
diversen
  1. bied!
  2. biedt!
  3. geboden
  4. biedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bieden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bieten bieden aanbieden; aanreiken; geven; mobiliseren

Antonyms for "bieden":


Related Definitions for "bieden":

  1. geven1
    • ze hebben hulp geboden1
  2. zeggen dat je het wilt betalen1
    • hij bood 1000 gulden voor die auto1

Wiktionary Translations for bieden:

bieden
verb
  1. als koper een prijs voorstellen

Cross Translation:
FromToVia
bieden bieten bid — intransitive: to make an offer
bieden bieten bid — transitive: to offer as a price
bieden beantragen; proponieren; vorschlagen proposermettre en avant, de vive voix ou par écrit, pour qu’on l’examiner, pour qu’on en délibérer.