German

Detailed Translations for Werft from German to Dutch

Werft:

Werft [die ~] noun

  1. die Werft (Dock; Schiffswerft; Schiffbauplatz)
    de dok
    • dok [de ~] noun
  2. die Werft (Schiffswerft; Helling; Schiffbauplatz)
    de scheepshelling
  3. die Werft (Schiffswerft; Schiffbauplatz)

Translation Matrix for Werft:

NounRelated TranslationsOther Translations
dok Dock; Schiffbauplatz; Schiffswerft; Werft
scheepsbouwwerf Schiffbauplatz; Schiffswerft; Werft
scheepshelling Helling; Schiffbauplatz; Schiffswerft; Werft
scheepswerf Schiffbauplatz; Schiffswerft; Werft Schiffswerft

Synonyms for "Werft":


Wiktionary Translations for Werft:

Werft
noun
  1. Industrieanlage zum Bauen und Reparieren von Schiffen und Flugzeugen
Werft
noun
  1. een scheepswerf

Cross Translation:
FromToVia
Werft scheepswerf shipyard — place to build and repair ships
Werft bouwplaats chantierlieu où l’on ranger, où l’on entasse des piles de gros bois à brûler, de bois de charpente, ou de charronnage.

werfen:

werfen verb (werfe, wirfst, wirft, warf, warft, geworfen)

  1. werfen
    gooien; slingeren
    • gooien verb (gooi, gooit, gooide, gooiden, gegooid)
    • slingeren verb (slinger, slingert, slingerde, slingerden, geslingerd)
  2. werfen (abwerfen; schmeißen)
    afzetten; droppen; ergens loslaten
  3. werfen (schmeißen)
    sodemieteren
    • sodemieteren verb (sodemieter, sodemietert, sodemieterde, sodemieterden, gesodemieterd)
  4. werfen (schmeißen)
    lazeren
    • lazeren verb (lazer, lazert, lazerde, lazerden, gelazerd)
  5. werfen (schmeißen; pfeffern)
    keilen
    • keilen verb (keil, keilt, keilde, keilden, gekeild)

Conjugations for werfen:

Präsens
  1. werfe
  2. wirfst
  3. wirft
  4. werfen
  5. werft
  6. werfen
Imperfekt
  1. warf
  2. warfst
  3. warf
  4. warfen
  5. warft
  6. warfen
Perfekt
  1. habe geworfen
  2. hast geworfen
  3. hat geworfen
  4. haben geworfen
  5. habt geworfen
  6. haben geworfen
1. Konjunktiv [1]
  1. werfe
  2. werfest
  3. werfe
  4. werfen
  5. werfet
  6. werfen
2. Konjunktiv
  1. weürfe
  2. würfest
  3. würfe
  4. würfen
  5. würfet
  6. würfen
Futur 1
  1. werde werfen
  2. wirst werfen
  3. wird werfen
  4. werden werfen
  5. werdet werfen
  6. werden werfen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde werfen
  2. würdest werfen
  3. würde werfen
  4. würden werfen
  5. würdet werfen
  6. würden werfen
Diverses
  1. werf!
  2. werft!
  3. werfen Sie!
  4. geworfen
  5. werfend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for werfen:

NounRelated TranslationsOther Translations
afzetten Amputation; Amputieren
droppen Abwerfen
gooien Würfeln
VerbRelated TranslationsOther Translations
afzetten abwerfen; schmeißen; werfen abgrenzen; absetzen; abstecken; abstellen; abzäunen; amputieren; ausmachen; ausschalten; aussteigen lassen; begrenzen; bemogeln; beschwindeln; betrogen werden; betrügen; einfassen; einhegen; einsäumen; einzäunen; festlegen; hereinlegen; jemanden prellen; neppen; prellen; stillsetzen; stoppen; säumen; trassieren; umranden; umzäunen; verarschen; zum Stillstand bringen; übertölpeln; übervorteilen
droppen abwerfen; schmeißen; werfen abtropfen; auslecken; durchfallen; durchsickern; herauströpfeln; laufen; lecken; sickern; triefen; tropfen; tröpfeln
ergens loslaten abwerfen; schmeißen; werfen
gooien werfen
keilen pfeffern; schmeißen; werfen
lazeren schmeißen; werfen
slingeren werfen baumeln; hin und her wanken; pendeln; schaukeln; schlenkern; schleudern; schlingern; schwanken; schwenken; schwingen; taumeln; umherschlingern; wanken
sodemieteren schmeißen; werfen

Synonyms for "werfen":


Wiktionary Translations for werfen:

werfen
  1. etwas in eine bestimmte Richtung schleudern
  2. Biologie: Jungtiere, Säugetiere gebären, meist bei Tierarten, die mehrere Nachkommen in einem Wurf auf die Welt bringen
werfen
verb
  1. het door de lucht verplaatsen van een voorwerp, al dan niet naar een doelwit
  2. vervorming van hout, planken enz. onder invloed van vochtigheid en/of temperatuursveranderingen
  3. gericht werpen
  4. met een krachtige zwaai van de arm iets uit de hand naar iets of iemand heen laten gaan

Cross Translation:
FromToVia
werfen smijten; gooien; werpen cast — to throw forcefully
werfen gooien; werpen pitch — baseball: to throw the ball toward home plate
werfen werpen; gooien; smijten throw — to cause an object to move rapidly through the air
werfen gooien; keilen; uitspelen; werpen; spugen; spuwen jeterlancer avec la main ou de quelque autre manière.



Dutch

Detailed Translations for Werft from Dutch to German

werven:

werven verb (werf, werft, wierf, wierven, geworven)

  1. werven (rekruteren; aanwerven)
    werben; anwerben
    • werben verb (werbe, wirbst, wirbt, warb, warbt, geworben)
    • anwerben verb (werbe an, wirbst an, wirb an, warb an, warbt an, angeworben)
  2. werven (aantrekken; adverteren)
    annoncieren; inserieren
    • annoncieren verb (annonciere, annoncierst, annonciert, annoncierte, annonciertet, annonciert)
    • inserieren verb (inseriere, inserierst, inseriert, inserierte, inseriertet, inseriert)

Conjugations for werven:

o.t.t.
  1. werf
  2. werft
  3. werft
  4. werven
  5. werven
  6. werven
o.v.t.
  1. wierf
  2. wierf
  3. wierf
  4. wierven
  5. wierven
  6. wierven
v.t.t.
  1. heb geworven
  2. hebt geworven
  3. heeft geworven
  4. hebben geworven
  5. hebben geworven
  6. hebben geworven
v.v.t.
  1. had geworven
  2. had geworven
  3. had geworven
  4. hadden geworven
  5. hadden geworven
  6. hadden geworven
o.t.t.t.
  1. zal werven
  2. zult werven
  3. zal werven
  4. zullen werven
  5. zullen werven
  6. zullen werven
o.v.t.t.
  1. zou werven
  2. zou werven
  3. zou werven
  4. zouden werven
  5. zouden werven
  6. zouden werven
diversen
  1. werf!
  2. werft!
  3. geworfen
  4. wervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

werven [de ~] noun, plural

  1. de werven (scheepswerven)
    die Werften; die Schiffwerften

Translation Matrix for werven:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schiffwerften scheepswerven; werven
Werften scheepswerven; werven
VerbRelated TranslationsOther Translations
annoncieren aantrekken; adverteren; werven aankondigen; adverteren; annonceren; een advertentie plaatsen; iets aankondigen; in aantocht zijn; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen; propaganda maken; reclame maken; te koop aanbieden; zich aandienen; zich voordoen
anwerben aanwerven; rekruteren; werven
inserieren aantrekken; adverteren; werven aankondigen; adverteren; annonceren; een advertentie plaatsen; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen; propaganda maken; reclame maken; te koop aanbieden
werben aanwerven; rekruteren; werven

Related Words for "werven":


Wiktionary Translations for werven:


Cross Translation:
FromToVia
werven werben; anwerben enrôlerinscrire sur les rôles de l’armée de terre ou de mer.
werven aneignen; bekommen; erlangen; habhaft werden; sich erwerben; anschaffen; gewinnen; anwerben; erringen gagner — Traductions à trier suivant le sens
werven werben; anwerben recruter — militaire|fr lever des hommes pour le service militaire.