Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Enkel:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Enkel from German to Dutch

Enkel:

Enkel [der ~] noun

  1. der Enkel
    de kleinzoon
  2. der Enkel (Enkelkind)
    het kleinkind; het kindskind
  3. der Enkel (zwei Ebenen untergeordnetes Element)

Translation Matrix for Enkel:

NounRelated TranslationsOther Translations
kindskind Enkel; Enkelkind
kleinkind Enkel; Enkelkind
kleinzoon Enkel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
knooppunt onder onderliggend knooppunt Enkel; zwei Ebenen untergeordnetes Element

Synonyms for "Enkel":


Wiktionary Translations for Enkel:

Enkel
noun
  1. het kind van iemands kind

Cross Translation:
FromToVia
Enkel kleinzoon grandson — son of one's child
Enkel kleinzoon petit-filsfils du fils ou de la fille d'une personne.