Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Zielscheibe:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Zielscheibe from German to Dutch

Zielscheibe:

Zielscheibe [die ~] noun

  1. die Zielscheibe (Ziel; Zielpunkt)
    het doel; het doelwit; het mikpunt
  2. die Zielscheibe (Schießscheibe; Ringscheibe)
    de schietschijf
  3. die Zielscheibe (Tor bei einem Fußballspiel; Zweck; Ziel; Absicht; Endziel)
    het doelwit; doel bij voetbalwedstrijd; de goal
  4. die Zielscheibe
    doelschijf
  5. die Zielscheibe (Flechte; Ausschlag; Ergebnis; )
    de uitslag; de huiduitslag

Translation Matrix for Zielscheibe:

NounRelated TranslationsOther Translations
doel Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bedeutung; Bestimmung; Bezwecken; Endziel; Endzweck; Erstreben; Reisebestimmung; Sinn; Ziel; Zielsetzung; Zielwert; Zweck
doel bij voetbalwedstrijd Absicht; Endziel; Tor bei einem Fußballspiel; Ziel; Zielscheibe; Zweck
doelschijf Zielscheibe Ziellaufwerk
doelwit Absicht; Endziel; Tor bei einem Fußballspiel; Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe; Zweck
goal Absicht; Endziel; Tor bei einem Fußballspiel; Ziel; Zielscheibe; Zweck Tor; Treffer
huiduitslag Ackerkrume; Ausschlag; Endergebnis; Erfolg; Ergebnis; Flechte; Fäule; Grieben; Juckflechte; Meltau; Müll; Pflanzenerde; Resultat; Schimmel; Schimmelpilze; Torfmull; Zielscheibe
mikpunt Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe
schietschijf Ringscheibe; Schießscheibe; Zielscheibe
uitslag Ackerkrume; Ausschlag; Endergebnis; Erfolg; Ergebnis; Flechte; Fäule; Grieben; Juckflechte; Meltau; Müll; Pflanzenerde; Resultat; Schimmel; Schimmelpilze; Torfmull; Zielscheibe

Synonyms for "Zielscheibe":


Wiktionary Translations for Zielscheibe:

Zielscheibe
noun
  1. het punt waarop men zijn schiettuig richt

Cross Translation:
FromToVia
Zielscheibe mikpunt cible — Sorte de planche servir de but pour le tir à l’arc ou avec des armes à feu.