Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. zuneigen:


German

Detailed Translations for zuneigen from German to Dutch

zuneigen:

zuneigen verb

  1. zuneigen
    zwemen; tenderen naar; toeneigen
    • zwemen verb (zweem, zweemt, zweemde, zweemden, gezweemd)
    • tenderen naar verb (tender naar, tendert naar, tenderde naar, tenderden naar, getenderd naar)
    • toeneigen verb (eigen toe, eigent toe, eigende toe, eigenden toe, toegeeigend)

Translation Matrix for zuneigen:

NounRelated TranslationsOther Translations
zwemen Häuche; Schimmern
VerbRelated TranslationsOther Translations
tenderen naar zuneigen zu einer Denkart neigen
toeneigen zuneigen
zwemen zuneigen

External Machine Translations: