Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: cycliste

French and Dutch Translation Search Results for cycliste

Summary

French to Dutch: more detail...

cycliste:
- fietser; wielrijder
Wiktionary:
- cycliste → fietser, wielrenner
- cycliste → wielrenner, wielrijder, fietser, wielrenster, wielrijdster

French

Detailed Translations for cycliste from French to Dutch

cycliste:

cycliste [le ~] noun

le cycliste
de fietser; de wielrijder
- fietser [de ~ (m)] noun
- wielrijder [de ~ (m)] noun

Translation Matrix for cycliste:

Noun	Related Translations	Other Translations
fietser	cycliste
wielrijder	cycliste

Synonyms for "cycliste":

coureur; randonneur; poursuiteur; pistard; sprinter; rouleur; pédaleur; routier; camionneur; chauffeur; scout; pillard; brigand; restaurant

Wiktionary Translations for cycliste:

cycliste

noun

cyclisme|fr Celui, celle qui pratiquer le cyclisme.
- cycliste → fietser

cycliste

noun

iemand die met een fiets rijdt
- fietser → cycliste
iemand die op hoge snelheid fietst in wedstrijdverband
- wielrenner → cycliste

Cross Translation:

From	To	Via
• cycliste	→ wielrenner; wielrijder; fietser; wielrenster; wielrijdster	↔ cyclist — person who rides a cycle

Related Translations for cycliste

coureur cycliste