Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. remporter une victoire:


French

Detailed Translations for remporter une victoire from French to Dutch

remporter une victoire:

remporter une victoire verb

  1. remporter une victoire (vaincre; triompher; gagner)
    winnen; overwinnen; te boven komen; verslaan
    • winnen verb (win, wint, won, wonnen, gewonnen)
    • overwinnen verb (overwin, overwint, overwon, overwonnen, overwonnen)
    • te boven komen verb (kom te boven, komt te boven, kwam te boven, kwamen te boven, te boven gekomen)
    • verslaan verb (versla, verslaat, versloeg, versloegen, verslagen)
  2. remporter une victoire (gagner; triompher; vaincre; triompher de; être victorieux)
    winnen; de overwinning behalen; zegevieren
    • winnen verb (win, wint, won, wonnen, gewonnen)
    • de overwinning behalen verb (behaal de overwinning, behaalt de overwinning, behaalde de overwinning, behaalden de overwinning, de overwinning behaald)
    • zegevieren verb (zegevier, zegeviert, zegevierde, zegevierden, gezegevierd)

Translation Matrix for remporter une victoire:

VerbRelated TranslationsOther Translations
de overwinning behalen gagner; remporter une victoire; triompher; triompher de; vaincre; être victorieux
overwinnen gagner; remporter une victoire; triompher; vaincre
te boven komen gagner; remporter une victoire; triompher; vaincre
verslaan gagner; remporter une victoire; triompher; vaincre
winnen gagner; remporter une victoire; triompher; triompher de; vaincre; être victorieux atteindre; gagner; obtenir; parvenir à; réaliser
zegevieren gagner; remporter une victoire; triompher; triompher de; vaincre; être victorieux

Related Translations for remporter une victoire