Dutch

Detailed Translations for aftappen from Dutch to German

aftappen:

aftappen verb (tap af, tapt af, tapte af, tapten af, afgetapt)

  1. aftappen (tappen)
    zapfen; abnehmen; abzapfen
    • zapfen verb (zapfe, zapfst, zapft, zapfte, zapftet, gezapft)
    • abnehmen verb (nehme ab, nimmst ab, nimmt ab, nahm ab, nahmt ab, abgenommen)
    • abzapfen verb (zapfe ab, zapfst ab, zapft ab, zapfte ab, zapftet ab, abgezapft)

Conjugations for aftappen:

o.t.t.
  1. tap af
  2. tapt af
  3. tapt af
  4. tappen af
  5. tappen af
  6. tappen af
o.v.t.
  1. tapte af
  2. tapte af
  3. tapte af
  4. tapten af
  5. tapten af
  6. tapten af
v.t.t.
  1. heb afgetapt
  2. hebt afgetapt
  3. heeft afgetapt
  4. hebben afgetapt
  5. hebben afgetapt
  6. hebben afgetapt
v.v.t.
  1. had afgetapt
  2. had afgetapt
  3. had afgetapt
  4. hadden afgetapt
  5. hadden afgetapt
  6. hadden afgetapt
o.t.t.t.
  1. zal aftappen
  2. zult aftappen
  3. zal aftappen
  4. zullen aftappen
  5. zullen aftappen
  6. zullen aftappen
o.v.t.t.
  1. zou aftappen
  2. zou aftappen
  3. zou aftappen
  4. zouden aftappen
  5. zouden aftappen
  6. zouden aftappen
diversen
  1. tap af!
  2. tapt af!
  3. afgetapt
  4. aftappende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aftappen [znw.] noun

  1. aftappen
    Drainieren

Translation Matrix for aftappen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Drainieren aftappen
VerbRelated TranslationsOther Translations
abnehmen aftappen; tappen achteruitgaan; afdekken; afhalen; afnemen; afruimen; afslanken; bederven; beroven; beroven van; bestelen; biertappen; degenereren; depriveren; in de war sturen; inkrimpen; inzakken; kleiner worden; lijnen; meenemen; nekken; ontnemen; ophalen; opruimen; ruïneren; slinken; sterk afnemen; tappen; te kort doen; teruglopen; vallen; verderven; verworden; verzieken; weghalen; wegnemen
abzapfen aftappen; tappen biertappen; overhevelen; overtappen; tappen
zapfen aftappen; tappen biertappen; overhevelen; overtappen; tappen

Wiktionary Translations for aftappen:


Cross Translation:
FromToVia
aftappen anzapfen tap — to draw off liquid from a vessel
aftappen abhören tap — to place a listening device
aftappen abzapfen tap — to intercept communication
aftappen entwässern; dränieren; dränen; trockenlegen drainer — agri|fr débarrasser un terrain de l’excès d’humidité au moyen de drains ou de canaux de drainage.
aftappen abtreiben; treiben; dahintreiben; dahingetrieben werden; getrieben werden; abweichen; derivieren; differentiieren; abzweigen; shunten dériverdétourner un cours d’eau.