Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. foedraal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for foedraal from Dutch to German

foedraal:

foedraal [het ~] noun

  1. het foedraal (kokervormig doosje; koker; etui)
    die Hülse; der Köcher; die Büchse; Etui; der Behälter; Gehäuse

Translation Matrix for foedraal:

NounRelated TranslationsOther Translations
Behälter etui; foedraal; koker; kokervormig doosje bak; container; doos; etensbak; reservoir
Büchse etui; foedraal; koker; kokervormig doosje blik; blikje; box; buitenkant; buks; bus; busje; conservenblik; doos; dun metaal; huls; karabijn; metaal; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergdoos; opbergruimte; tin; trom; trommel
Etui etui; foedraal; koker; kokervormig doosje etui; koker; mapje; pennendoosje; pennenkoker
Gehäuse etui; foedraal; koker; kokervormig doosje box; buitenkant; huls; klokhuis; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergruimte; verpakking
Hülse etui; foedraal; koker; kokervormig doosje buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking
Köcher etui; foedraal; koker; kokervormig doosje etui; koker; pennendoosje; pennenkoker

Related Words for "foedraal":

  • foedralen, foedraaltje, foedraaltjes

Wiktionary Translations for foedraal:


Cross Translation:
FromToVia
foedraal Behälter; Besteck; Krug; Bottich; Bütte; Wanne; Zober; Zuber baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.