Summary


Dutch

Detailed Translations for aaneenvoeging from Dutch to German

aaneenvoeging:

aaneenvoeging [znw.] noun

  1. aaneenvoeging (verbinding; samenvoeging)
    die Verbindung; die Kopplung; die Zusammenlegung; der Zusammenschluß; die Zusammenfügung

Translation Matrix for aaneenvoeging:

NounRelated TranslationsOther Translations
Kopplung aaneenvoeging; samenvoeging; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; affaire; koppelen; koppeling; liaison; liefdesrelatie; relatie; verbinding; verhouding
Verbindung aaneenvoeging; samenvoeging; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; aansluiting; affaire; akkoord; alliantie; associatie; avontuurtje; band; bereikbaarheid; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; coalitie; connectie; connectiviteit; contact; correlatie; coöperatie; federatie; gebondenheid; genootschap; koppeling; las; liaison; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; samenwerkingsverband; schakel; slippertje; sociëteit; studentenbond; studentenvereniging; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; verhouding; verloving; verwantschap
Zusammenfügung aaneenvoeging; samenvoeging; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; bijeenlegging; koppeling; las; samenvoeging; verbinding
Zusammenlegung aaneenvoeging; samenvoeging; verbinding aaneensluiting; bijeenlegging; koppeling; samenvoeging; verbinding
Zusammenschluß aaneenvoeging; samenvoeging; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; associatie; bond; broederschap; coalitie; fusie; genootschap; koppeling; samensmelting; sociëteit; unie; verbinding; verbond; vereniging