Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afslachting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afslachting from Dutch to German

afslachting:

afslachting [de ~ (v)] noun

  1. de afslachting (slachtpartij; moordpartij; bloedbad; slachting)
    Massaker; Blutbad
  2. de afslachting (afslachten; afmaken; slachting)
    Abschlachten

Translation Matrix for afslachting:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abschlachten afmaken; afslachten; afslachting; slachting
Blutbad afslachting; bloedbad; moordpartij; slachting; slachtpartij
Massaker afslachting; bloedbad; moordpartij; slachting; slachtpartij

Wiktionary Translations for afslachting:

afslachting
noun
  1. het zinloos vermoorden van mensen op een gruwelijke manier