Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. bedragen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bedragen from Dutch to German

bedragen:

bedragen verb (bedraag, bedraagt, bedroeg, bedroegen, bedragen)

  1. bedragen
    betragen; belaufen; sichbelaufenauf
    • betragen verb (betrage, betragst, betragt, betragte, betragtet, betragt)
    • belaufen verb (belaufe, beläufst, beläuft, belief, belieft, belaufen)

Conjugations for bedragen:

o.t.t.
  1. bedraag
  2. bedraagt
  3. bedraagt
  4. bedragen
  5. bedragen
  6. bedragen
o.v.t.
  1. bedroeg
  2. bedroeg
  3. bedroeg
  4. bedroegen
  5. bedroegen
  6. bedroegen
v.t.t.
  1. heb bedragen
  2. hebt bedragen
  3. heeft bedragen
  4. hebben bedragen
  5. hebben bedragen
  6. hebben bedragen
v.v.t.
  1. had bedragen
  2. had bedragen
  3. had bedragen
  4. hadden bedragen
  5. hadden bedragen
  6. hadden bedragen
o.t.t.t.
  1. zal bedragen
  2. zult bedragen
  3. zal bedragen
  4. zullen bedragen
  5. zullen bedragen
  6. zullen bedragen
o.v.t.t.
  1. zou bedragen
  2. zou bedragen
  3. zou bedragen
  4. zouden bedragen
  5. zouden bedragen
  6. zouden bedragen
diversen
  1. bedraag!
  2. bedraagt!
  3. bedragen
  4. bedragende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bedragen [de ~] noun, plural

  1. de bedragen
    die Beträge; die Summen

Translation Matrix for bedragen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Beträge bedragen optellingen; sommen
Summen bedragen optellingen; sommen
VerbRelated TranslationsOther Translations
belaufen bedragen belopen; betreden; bewandelen; te voet afleggen
betragen bedragen
sichbelaufenauf bedragen
- kosten

Synonyms for "bedragen":


Antonyms for "bedragen":


Related Definitions for "bedragen":

  1. hoeveel geld je ervoor moet betalen1
    • de kosten voor deze reis bedragen 200 gulden1

Wiktionary Translations for bedragen:

bedragen
verb
  1. (reflexiv) sich auf einen Wert belaufen, einen Wert erreichen

Cross Translation:
FromToVia
bedragen beträgt amount — to total or evaluate