Summary


Dutch

Detailed Translations for benauwdheid from Dutch to German

benauwdheid:

benauwdheid [de ~ (v)] noun

  1. de benauwdheid (beklemming)
    die Beklommenheit; die Beklemmung; die Angst
  2. de benauwdheid (beklemdheid; gevoel van beklemming)
    die Beklemmung; die Beklommenheit

Translation Matrix for benauwdheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Angst beklemming; benauwdheid angst; bangheid; bedomptheid; paniek; vrees
Beklemmung beklemdheid; beklemming; benauwdheid; gevoel van beklemming bedomptheid
Beklommenheit beklemdheid; beklemming; benauwdheid; gevoel van beklemming

Related Words for "benauwdheid":


Wiktionary Translations for benauwdheid:


Cross Translation:
FromToVia
benauwdheid Angst; Beklemmung; Herzbeklemmung; Todesangst; Bangen angoisse — médecine|fr anxiété extrême, accompagner d’un serrement douloureux à l’épigastre, d’oppression et de palpitation. On l’observer dans plusieurs maladies, surtout dans les affections nerveux.
benauwdheid Drang; Druck; Drücken; Pressen oppression — Action d’opprimer et état de ce qui est opprimé.

benauwd:


Translation Matrix for benauwd:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- angstig; bang; muf
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bedrängt bedompt; benard; benauwd; drukkend; ernstig; hachelijk; kritiek; muf; penibel; zorgelijk; zorgwekkend beklemd; beklemmend; bekneld; benauwend; geklemd; klemgereden; klemgezet
beklemmt bedompt; benauwd; drukkend; muf beklemd; beklemmend; benauwend; geklemd
drückend benauwd; broeierig; zwoel beklemmend; klemmend; klemzittend; knellend; nijpend; smartelijk
dumpf bedompt; benauwd; drukkend; muf afgedempt; banaal; beslagen; doezelig; dof; duf; gedempt; glansloos; grauwkleurig; grijs; grof; laag-bij-de-grond; lomp; mat; niet helder; onduidelijk; plat; platvloers; schunnig; soezerig; suf; triviaal; vaag; vunzig
schwühl benauwd; broeierig; zwoel

Related Words for "benauwd":

  • benauwdheid, benauwder, benauwdere, benauwdst, benauwdste

Synonyms for "benauwd":


Antonyms for "benauwd":


Related Definitions for "benauwd":

  1. voelen dat er iets ergs met je kan gebeuren1
    • hij was benauwd dat hij zijn baan zou verliezen1
  2. met te weinig adem1
    • ik heb het de laatste tijd erg benauwd1
  3. met te weinig frisse lucht1
    • het is benauwd hier in huis, doe een raam open!1

Wiktionary Translations for benauwd:

benauwd
adjective
  1. moeilijk ademend
  2. angstig
benauwd
adjective
  1. das Wetter und die Luft betreffend: unangenehm heiß und feucht

Cross Translation:
FromToVia
benauwd düster gloomy — affected with, or expressing, gloom; melancholy
benauwd erstickend; schwül; Stick-; stickig étouffant — Qui faire que l’on étouffer.