Dutch

Detailed Translations for een stapje verder gaan from Dutch to German

een stapje verder gaan:

een stapje verder gaan verb

  1. een stapje verder gaan (verdergaan)
    erfolgen; fortfahren; verfolgen; fortgehen; weitergehen; fortsetzen; durchgehen; fortführen; kontinuieren; nachsetzen; fortziehen
    • erfolgen verb (erfolge, erfolgst, erfolgt, erfolgte, erfolgtet, erfolgt)
    • fortfahren verb (fahre fort, fährst fort, fährt fort, fuhr fort, fuhrt fort, fortgefahren)
    • verfolgen verb (verfolge, verfolgst, verfolgt, verfolgte, verfolgtet, verfolgt)
    • fortgehen verb (gehe fort, gehst fort, geht fort, ging fort, gingt fort, fortgegangen)
    • weitergehen verb (gehe weiter, gehst weiter, geht weiter, ginge weiter, ginget weiter, weitergegangen)
    • fortsetzen verb (setze fort, setzt fort, setzte fort, setztet fort, fortgesetzt)
    • durchgehen verb (gehe durch, gehst durch, geht durch, gang durch, gangt durch, durchgegangen)
    • fortführen verb (führe fort, führst fort, führt fort, führte fort, führtet fort, fortgeführt)
    • kontinuieren verb (kontinuiere, kontinuierst, kontinuiert, kontinuierte, kontinuiertet, kontinuiert)
    • nachsetzen verb (setze nach, setzst nach, setzt nach, setzte nach, setztet nach, nachgesetzt)
    • fortziehen verb (ziehe fort, ziehst fort, zieht fort, zog fort, zogt fort, fortgezogen)

Translation Matrix for een stapje verder gaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
durchgehen een stapje verder gaan; verdergaan aanhouden; avanceren; continueren; de plaat poetsen; doorgaan; doorlopen; erdoor gaan; ervandoor gaan; hem smeren; met de noorderzon vertrekken; op hol slaan; uit de band springen; uitleven; verder lopen; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten; zich uit de voeten maken
erfolgen een stapje verder gaan; verdergaan bewaarheid worden; blijken; resulteren; uitkomen; uitkomen bij; uitvloeien in
fortfahren een stapje verder gaan; verdergaan aanhouden; afreizen; afvoeren; continueren; doorgaan; heengaan; meedragen; opstappen; smeren; verdergaan; verdwijnen; verlaten; vertrekken; vervolgen; verwijderen; voortgaan; voortzetten; wegdragen; weggaan; wegreizen; wegsjouwen; wegslepen; wegtrekken; wegvoeren
fortführen een stapje verder gaan; verdergaan aanhouden; aanrekenen; aanwrijven; afvoeren; berispen; beschuldigen; blameren; continueren; doorgaan; gispen; laken; meedragen; nadragen; prolongeren; verdergaan; vervolgen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; voortgaan; voortzetten; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren
fortgehen een stapje verder gaan; verdergaan aanhouden; continueren; doodgaan; doorgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verdergaan; verlaten; verscheiden; vertrekken; vervolgen; voortgaan; voortzetten
fortsetzen een stapje verder gaan; verdergaan aanhouden; bewaren; continueren; doordouwen; doorgaan; doorzetten; hervatten; opzij leggen; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten; wegzetten
fortziehen een stapje verder gaan; verdergaan krammen; met een kram vastmaken; sleuren; trekken; voorttrekken
kontinuieren een stapje verder gaan; verdergaan aanhouden; continueren; doorgaan; doorwerken; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
nachsetzen een stapje verder gaan; verdergaan
verfolgen een stapje verder gaan; verdergaan aanhouden; achternazitten; achtervolgen; berechten; continueren; doorgaan; gerechtelijk vervolgen; nazitten; prolongeren; traceren; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan; voortzetten
weitergehen een stapje verder gaan; verdergaan aanhouden; avanceren; continueren; doorgaan; doorlopen; verder lopen; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten

Related Translations for een stapje verder gaan