Summary


Dutch

Detailed Translations for erbij rekenen from Dutch to German

erbij rekenen:

erbij rekenen verb

  1. erbij rekenen (meetellen; meerekenen)
    einkalkulieren; einschließen; mitrechnen; mitzählen; hinzuzählen
    • einkalkulieren verb (kalkuliere ein, kalkulierst ein, kalkuliert ein, kalkulierte ein, kalkuliertet ein, einkalkuliert)
    • einschließen verb (schließe ein, schließest ein, schließt ein, schloß ein, schloßet ein, eingeschlossen)
    • mitrechnen verb (rechne mit, rechnest mit, rechnet mit, rechnete mit, rechnetet mit, mitgerechnet)
    • mitzählen verb (zähle mit, zählst mit, zählt mit, zählte mit, zähltet mit, mitgezählt)
    • hinzuzählen verb (zähle hinzu, zählst hinzu, zählt hinzu, zählte hinzu, zähltet hinzu, hinzugezählt)

Translation Matrix for erbij rekenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einkalkulieren erbij rekenen; meerekenen; meetellen incalculeren; rekening houden met
einschließen erbij rekenen; meerekenen; meetellen bijsluiten; bijvoegen; detineren; gevangen zetten; gevangenhouden; in de cel zetten; in hechtenis houden; inleggen; inpassen; insluiten; interneren; invoegen; isoleren; omgeven; omringen; omsingelen; omsluiten; opsluiten; passen in; toevoegen; tussenleggen; vasthouden; vastzetten
hinzuzählen erbij rekenen; meerekenen; meetellen bijrekenen; bijtellen; erbij optellen; erbij tellen; meerekenen; meetellen; optellen; toevoegen
mitrechnen erbij rekenen; meerekenen; meetellen erbij optellen; erbij tellen; meeberekenen; meerekenen; meetellen; toevoegen
mitzählen erbij rekenen; meerekenen; meetellen erbij optellen; erbij tellen; meerekenen; meetellen; toevoegen

Related Translations for erbij rekenen