Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. erdoor loodsen:


Dutch

Detailed Translations for erdoor loodsen from Dutch to German

erdoor loodsen:

erdoor loodsen verb (loods erdoor, loodst erdoor, loodste erdoor, loodsten erdoor, erdoor geloodst)

  1. erdoor loodsen
    schwindeln
    • schwindeln verb (schwindele, schwindelst, schwindelt, schwindelte, schwindeltet, geschwindelt)

Conjugations for erdoor loodsen:

o.t.t.
  1. loods erdoor
  2. loodst erdoor
  3. loodst erdoor
  4. loodsen erdoor
  5. loodsen erdoor
  6. loodsen erdoor
o.v.t.
  1. loodste erdoor
  2. loodste erdoor
  3. loodste erdoor
  4. loodsten erdoor
  5. loodsten erdoor
  6. loodsten erdoor
v.t.t.
  1. heb erdoor geloodst
  2. hebt erdoor geloodst
  3. heeft erdoor geloodst
  4. hebben erdoor geloodst
  5. hebben erdoor geloodst
  6. hebben erdoor geloodst
v.v.t.
  1. had erdoor geloodst
  2. had erdoor geloodst
  3. had erdoor geloodst
  4. hadden erdoor geloodst
  5. hadden erdoor geloodst
  6. hadden erdoor geloodst
o.t.t.t.
  1. zal erdoor loodsen
  2. zult erdoor loodsen
  3. zal erdoor loodsen
  4. zullen erdoor loodsen
  5. zullen erdoor loodsen
  6. zullen erdoor loodsen
o.v.t.t.
  1. zou erdoor loodsen
  2. zou erdoor loodsen
  3. zou erdoor loodsen
  4. zouden erdoor loodsen
  5. zouden erdoor loodsen
  6. zouden erdoor loodsen
en verder
  1. ben erdoor geloodst
  2. bent erdoor geloodst
  3. is erdoor geloodst
  4. zijn erdoor geloodst
  5. zijn erdoor geloodst
  6. zijn erdoor geloodst
diversen
  1. loods erdoor!
  2. loodst erdoor!
  3. erdoor geloodst
  4. erdoor loodsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for erdoor loodsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
schwindeln erdoor loodsen duizelen; duizelig worden; in de war maken; jokken; liegen; voorjokken; voorliegen

Related Translations for erdoor loodsen