Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. geneesmiddel toedienen:


Dutch

Detailed Translations for geneesmiddel toedienen from Dutch to German

geneesmiddel toedienen:

geneesmiddel toedienen verb

  1. geneesmiddel toedienen (verstrekken; toedienen; ingeven; geven)
    eingeben; verordnen; einflößen
    • eingeben verb (gebe ein, gibst ein, gibt ein, gab ein, gabt ein, eingegeben)
    • verordnen verb (verordne, verordnest, verordnet, verordnete, verordnetet, verordnet)
    • einflößen verb (flöße ein, flößst ein, flößt ein, flößte ein, flößtet ein, eingeflößt)

Translation Matrix for geneesmiddel toedienen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einflößen geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; toedienen; verstrekken
eingeben geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; toedienen; verstrekken afstemmen; dicteren; inboezemen; influisteren; ingeven; inspireren; instellen; intikken; intoetsen; intypen; invoeren; souffleren; typen
verordnen geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; toedienen; verstrekken aanvoeren; afkondigen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; gebieden; gelasten; ingeven; leiden; leidinggeven; ordonneren; verordenen; verordineren; voorschrijven

Related Translations for geneesmiddel toedienen