Dutch

Detailed Translations for heffen from Dutch to German

heffen:

heffen verb (hef, heft, hief, hieffen, geheven)

  1. heffen (omhoog doen)
    heben; erheben; erhöhen; anheben; aufstocken; hinaufgehen; hochheben; hochschrauben; aufhöhen; hinaufschrauben
    • heben verb (hebe, hebst, hebt, hob, hobt, gehoben)
    • erheben verb (erhebe, erhebst, erhebt, erhob, erhobt, erhoben)
    • erhöhen verb (erhöhe, erhöhst, erhöht, erhöhte, erhöhtet, erhöht)
    • anheben verb (hebe an, hebst an, hebt an, hob an, hobt an, angehoben)
    • aufstocken verb (stocke auf, stockst auf, stockt auf, stockte auf, stocktet auf, aufgestockt)
    • hinaufgehen verb (gehe hinauf, gehst hinauf, geht hinauf, ging hinauf, gingt hinauf, hinaufgegangen)
    • hochheben verb (hebe hoch, hebst hoch, hebt hoch, hob hoch, hobt hoch, hochgehoben)
    • hochschrauben verb (schraube hoch, schraubst hoch, schraubt hoch, schraubte hoch, schraubtet hoch, hochgeschraubt)
    • aufhöhen verb (höhe auf, höhst auf, höht auf, höhte auf, höhtet auf, aufgehöht)
    • hinaufschrauben verb (schraube hinauf, schraubst hinauf, schraubt hinauf, schraubte hinauf, schraubtet hinauf, hinaufgeschraubt)
  2. heffen (omhoog heffen; opheffen; hijsen)
    aufholen; hochheben; hochziehen; aufziehen; aufbringen; emporheben
    • aufholen verb (hole auf, holst auf, holt auf, holte auf, holtet auf, aufgeholt)
    • hochheben verb (hebe hoch, hebst hoch, hebt hoch, hob hoch, hobt hoch, hochgehoben)
    • hochziehen verb (ziehe hoch, ziehst hoch, zieht hoch, zog hoch, zogt hoch, hochgezogen)
    • aufziehen verb (ziehe auf, ziehst auf, zieht auf, zog auf, zogt auf, aufgezogen)
    • aufbringen verb (bringe auf, bringst auf, bringt auf, bracht auf, brachtet auf, aufgebracht)
    • emporheben verb (hebe empor, hiebst empor, hiebt empor, hob empor, hobt empor, emporgehoben)
  3. heffen (optillen; opheffen; tillen; )
    aufheben; hochziehen; erheben; ausheben; hinaufbringen; heben; anheben; emporheben; hochheben; hochnehmen
    • aufheben verb (hebe auf, hiebst auf, hieb auf, hob auf, hobt auf, aufgehoben)
    • hochziehen verb (ziehe hoch, ziehst hoch, zieht hoch, zog hoch, zogt hoch, hochgezogen)
    • erheben verb (erhebe, erhebst, erhebt, erhob, erhobt, erhoben)
    • ausheben verb (hebe aus, hebst aus, hebt aus, hob aus, hobt aus, ausgehoben)
    • hinaufbringen verb (bringe hinauf, bringst hinauf, bringt hinauf, brachte hinauf, brachtet hinauf, hinaufgebracht)
    • heben verb (hebe, hebst, hebt, hob, hobt, gehoben)
    • anheben verb (hebe an, hebst an, hebt an, hob an, hobt an, angehoben)
    • emporheben verb (hebe empor, hiebst empor, hiebt empor, hob empor, hobt empor, emporgehoben)
    • hochheben verb (hebe hoch, hebst hoch, hebt hoch, hob hoch, hobt hoch, hochgehoben)
    • hochnehmen verb (nehme hoch, nimmst hoch, nimmt hoch, nahm hoch, nahmt hoch, hochgenommen)

Conjugations for heffen:

o.t.t.
  1. hef
  2. heft
  3. heft
  4. heffen
  5. heffen
  6. heffen
o.v.t.
  1. hief
  2. hief
  3. hief
  4. hieffen
  5. hieffen
  6. hieffen
v.t.t.
  1. heb geheven
  2. hebt geheven
  3. heeft geheven
  4. hebben geheven
  5. hebben geheven
  6. hebben geheven
v.v.t.
  1. had geheven
  2. had geheven
  3. had geheven
  4. hadden geheven
  5. hadden geheven
  6. hadden geheven
o.t.t.t.
  1. zal heffen
  2. zult heffen
  3. zal heffen
  4. zullen heffen
  5. zullen heffen
  6. zullen heffen
o.v.t.t.
  1. zou heffen
  2. zou heffen
  3. zou heffen
  4. zouden heffen
  5. zouden heffen
  6. zouden heffen
en verder
  1. is geheven
  2. zijn geheven
diversen
  1. hef!
  2. heft!
  3. geheven
  4. heffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for heffen:

NounRelated TranslationsOther Translations
aufheben deining; ophef
VerbRelated TranslationsOther Translations
anheben heffen; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen aanvangen; beginnen; intreden; inzetten; naar boven tillen; omhoogheffen; op gang komen; starten; van start gaan
aufbringen heffen; hijsen; omhoog heffen; opheffen erop vooruit gaan; kraken; losbreken; openbreken; openrukken; vooruitkomen; vorderen
aufheben heffen; lichten; omhoog brengen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen afbestellen; afbetalen; afgelasten; afrekenen; afzeggen; annuleren; archiveren; behoeden; behouden; bergen; beschermen; bewaren; conserveren; deponeren; intrekken; leggen; naar boven tillen; neerleggen; nietig verklaren; nullificeren; omhoogheffen; ondervangen; ontbinden; opbergen; opdoeken; opheffen; oppakken; oppikken; oprapen; oprichten; opruimen; opslaan; opsnappen; optrekken; overeindzetten; plaatsen; teniet doen; terugdraaien; uiteen doen gaan; vereffenen; verijdelen; vernietigen; verrekenen; wegleggen
aufholen heffen; hijsen; omhoog heffen; opheffen afhalen; afnemen; hijsen; iets ophalen; meenemen; omhooghalen; ophalen; ophijsen; weghalen; wegnemen
aufhöhen heffen; omhoog doen hoger maken; ophogen; verhogen
aufstocken heffen; omhoog doen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen
aufziehen heffen; hijsen; omhoog heffen; opheffen aankweken; aanplanten; bouwen; construeren; een snuif nemen; fokken; foppen; genereren; hieuwen; hieven; in de maling nemen; insnuiven; krammen; kweken; met een kram vastmaken; met een spil omhoogwerken; omhoogkomen; omhoogtrekken; opentrekken; opkweken; opsnuiven; opspannen; opstijgen; opvliegen; planten; procreëren; snuiven; spannen; te pakken nemen; telen; verbouwen; voor de gek houden; voortbrengen
ausheben heffen; lichten; omhoog brengen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen delven; graven; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; loshalen; naar buiten halen; uithalen
emporheben heffen; hijsen; lichten; omhoog brengen; omhoog heffen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen in de hoogte steken; naar boven tillen; omhoogheffen; omhoogsteken; omhoogtillen; verhelpen
erheben heffen; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen eisen; hoger maken; in opstand komen; inmanen; invorderen; omhoogkomen; oprichten; opstijgen; optrekken; opvliegen; overeindzetten; rebelleren; vereisen; vergen; verhogen; verlangen; vorderen
erhöhen heffen; omhoog doen hoger maken; opdrijven; ophogen; opschroeven; opslag geven; talrijker maken; uitbreiden; veel doen stijgen; vergroten; verhogen; vermeerderen
heben heffen; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen naar boven tillen; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogtrekken; ophogen; opstijgen; opvliegen; verhelpen; verhogen
hinaufbringen heffen; lichten; omhoog brengen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen erop vooruit gaan; naar boven brengen; naar boven leiden; naar boven voeren; omhoogbrengen; omhoogleiden; rechtop zetten; vooruitkomen; vorderen
hinaufgehen heffen; omhoog doen naar boven gaan; naar boven stappen; omhooggaan; omhoogkomen; omhooglopen; omhoogstappen; opgaan; opstijgen; opvliegen
hinaufschrauben heffen; omhoog doen hoger draaien; omhoogdraaien; opdraaien
hochheben heffen; hijsen; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen naar boven tillen; omhoogheffen
hochnehmen heffen; lichten; omhoog brengen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen naar boven tillen; omhoogheffen; verhelpen
hochschrauben heffen; omhoog doen hoger draaien; omhoogdraaien; omhoogschroeven; opdraaien
hochziehen heffen; hijsen; lichten; omhoog brengen; omhoog heffen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen een snuif nemen; hieuwen; hieven; hijsen; iets ophalen; insnuiven; met een spil omhoogwerken; met een takel ophijsen; naar boven tillen; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogtrekken; ophijsen; opsnuiven; opstijgen; opvliegen; snuiven; takelen

Wiktionary Translations for heffen:

heffen
verb
  1. (overgankelijk) op opwaartse richting doen bewegen

Cross Translation:
FromToVia
heffen aufstehen; heben; aufheben; erheben; zücken lever — Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était.
heffen heben; aufheben; erheben; zücken souleverlever à une faible hauteur.

Related Translations for heffen