Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. kneden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kneden from Dutch to German

kneden:

kneden verb (kneed, kneedt, kneedde, kneedden, gekneed)

  1. kneden (vormen; vervaardigen; modelleren; maken)
    kneten; formen; bilden; gestalten; bearbeiten; modellieren; heranbilden
    • kneten verb (knete, knetst, knett, knette, knettet, geknetet)
    • formen verb (forme, formst, formt, formte, formtet, geformt)
    • bilden verb (bilde, bildest, bildet, bildete, bildetet, gebildet)
    • gestalten verb (gestalte, gestaltest, gestaltet, gestaltete, gestaltetet, gestaltet)
    • bearbeiten verb (bearbeite, bearbeitest, bearbeitet, bearbeitete, bearbeitetet, bearbeitet)
    • modellieren verb (modelliere, modellierst, modelliert, modellierte, modelliertet, modelliert)
    • heranbilden verb (bilde heran, bildst heran, bildet heran, bildete heran, bildetet heran, herangebildet)

Conjugations for kneden:

o.t.t.
  1. kneed
  2. kneedt
  3. kneedt
  4. kneden
  5. kneden
  6. kneden
o.v.t.
  1. kneedde
  2. kneedde
  3. kneedde
  4. kneedden
  5. kneedden
  6. kneedden
v.t.t.
  1. heb gekneed
  2. hebt gekneed
  3. heeft gekneed
  4. hebben gekneed
  5. hebben gekneed
  6. hebben gekneed
v.v.t.
  1. had gekneed
  2. had gekneed
  3. had gekneed
  4. hadden gekneed
  5. hadden gekneed
  6. hadden gekneed
o.t.t.t.
  1. zal kneden
  2. zult kneden
  3. zal kneden
  4. zullen kneden
  5. zullen kneden
  6. zullen kneden
o.v.t.t.
  1. zou kneden
  2. zou kneden
  3. zou kneden
  4. zouden kneden
  5. zouden kneden
  6. zouden kneden
en verder
  1. ben gekneed
  2. bent gekneed
  3. is gekneed
  4. zijn gekneed
  5. zijn gekneed
  6. zijn gekneed
diversen
  1. kneed!
  2. kneedt!
  3. gekneed
  4. knedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kneden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bearbeiten kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen bewerken
bilden kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen afwisselen; bekwamen; bewerkstelligen; coachen; evolueren; harden; herzien; in het leven roepen; maken; muziek componeren; oefenen; ontwikkelen; realiseren; scheppen; tot ontwikkeling brengen; trainen; veranderen; verwerkelijken; verwezenlijken; verwisselen; wijzigen
formen kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen boetseren; gestalte geven; in het leven roepen; maken; modelleren; ontwikkelen; scheppen; tot ontwikkeling brengen; vorm geven; vorm geven aan; vormen
gestalten kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen afwerken; boetseren; fatsoeneren; garneren; gestalte geven; in het leven roepen; maken; modelleren; muziek componeren; opmaken; opsmukken; scheppen; schotels garneren; versieren; vorm geven; vorm geven aan; vormen; vormgeven
heranbilden kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen aankweken; aanplanten; bekwamen; coachen; fokken; genereren; harden; kweken; oefenen; ontwikkelen; opkweken; planten; procreëren; telen; tot ontwikkeling brengen; trainen; verbouwen; voortbrengen
kneten kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen boetseren; modelleren; vorm geven; vormen
modellieren kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen boetseren; modelleren; vorm geven; vormen

Wiktionary Translations for kneden:

kneden
verb
  1. een massa soepel maken door er steeds in te knijpen

Cross Translation:
FromToVia
kneden kneten knead — to work and press into a mass
kneden kneten pétrirdétremper de la farine avec de l’eau, la malaxer et en faire de la pâte.