Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. lid worden:


Dutch

Detailed Translations for lid worden from Dutch to German

lid worden:

lid worden verb (word lid, wordt lid, werd lid, werden lid, lid geworden)

  1. lid worden
    Mitglied werden; einsteigen; eintreten
    • einsteigen verb (steige ein, steigst ein, steigt ein, stieg ein, stiegt ein, eingestiegen)
    • eintreten verb (trete ein, trittst ein, tritt ein, trat ein, tratet ein, eingetritten)

Conjugations for lid worden:

o.t.t.
  1. word lid
  2. wordt lid
  3. wordt lid
  4. worden lid
  5. worden lid
  6. worden lid
o.v.t.
  1. werd lid
  2. werd lid
  3. werd lid
  4. werden lid
  5. werden lid
  6. werden lid
v.t.t.
  1. ben lid geworden
  2. bent lid geworden
  3. is lid geworden
  4. zijn lid geworden
  5. zijn lid geworden
  6. zijn lid geworden
v.v.t.
  1. was lid geworden
  2. was lid geworden
  3. was lid geworden
  4. waren lid geworden
  5. waren lid geworden
  6. waren lid geworden
o.t.t.t.
  1. zal lid worden
  2. zult lid worden
  3. zal lid worden
  4. zullen lid worden
  5. zullen lid worden
  6. zullen lid worden
o.v.t.t.
  1. zou lid worden
  2. zou lid worden
  3. zou lid worden
  4. zouden lid worden
  5. zouden lid worden
  6. zouden lid worden
diversen
  1. word lid!
  2. wordt lid!
  3. lid geworden
  4. lid wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lid worden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Mitglied werden lid worden
einsteigen lid worden aan boord gaan; aan boord klimmen; betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; ingaan; instappen; verschepen
eintreten lid worden aan het licht komen; betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; ingaan; inschoppen; intrappen; opentrappen; oprijzen; rijzen; verschijnen; voor de dag komen; voorbinden; voordoen; zich voltrekken

Related Translations for lid worden