Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ongecompliceerd:


Dutch

Detailed Translations for ongecompliceerd from Dutch to German

ongecompliceerd:

ongecompliceerd adj

  1. ongecompliceerd (eenvoudig; simpel)

Translation Matrix for ongecompliceerd:

AdverbRelated TranslationsOther Translations
problemlos eenvoudig; ongecompliceerd; simpel naadloos; probleemloos
ModifierRelated TranslationsOther Translations
einfach eenvoudig; ongecompliceerd; simpel aangenaam; bescheiden; comfortabel; discreet; discrete; domweg; dunnetjes; echt; eenvoudig; eenvoudigweg; gangbaar; gebruikelijk; gemakkelijk; gemeen; geriefelijk; gewoon; gewoonweg; heus; in een handomdraai; ingetogen; kies; klinkklaar; kortweg; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtwegend; magertjes; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; niet voornaam; normaal; onderdanig; onedel; ongekunsteld; ootmoedig; puur; rechttoe; regelrecht; ronduit; schraal; schraaltjes; simpel; simpelweg; sober; sobertjes; stemmig; van eenvoudige komaf; vanzelf; werkelijk; zo maar; zomaar; zonder moeite; zonder pretenties
einfältig eenvoudig; ongecompliceerd; simpel achtergebleven; achterlijk; dwaas; goedgelovig; idioot; in een handomdraai; licht; lichtgelovig; lichtwegend; minderbegaafd; moeiteloos; naïef; onbezonnen; schaapachtig; sullig; vanzelf; zonder moeite
schlicht eenvoudig; ongecompliceerd; simpel bescheiden; discreet; discrete; dunnetjes; eenvoudig; gemakkelijk; glad neerliggend; in een handomdraai; ingetogen; kies; licht; magertjes; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; ongekunsteld; schraal; schraaltjes; simpel; sluik; sober; sobertjes; stemmig; vanzelf; zonder moeite; zonder pretenties
simpel eenvoudig; ongecompliceerd; simpel aangenaam; achterlijk; afgestompt; breinloos; comfortabel; dom; eenvoudig; geesteloos; gemakkelijk; geriefelijk; hersenloos; idioot; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; nuttig; onbenullig; ongekunsteld; onnozel; onverstandig; practisch; simpel; stompzinnig; stupide; vanzelf; verstandeloos; zonder moeite; zonder pretenties
unkompliziert eenvoudig; ongecompliceerd; simpel eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld; probleemloos

Related Words for "ongecompliceerd":

  • ongecompliceerdheid