Dutch

Detailed Translations for scherpte from Dutch to German

scherpte:

scherpte [de ~ (v)] noun

  1. de scherpte (snijkant)
    die Schnittkante; die Schärfe
  2. de scherpte (puntig zijn; puntigheid; spitsheid; scherpheid)
    die Schärfe; die Gewandtheit; die Schlagfertigkeit; die Gerissenheit; die Schneidigkeit; die Verschlagenheit; die Gewieftheit; die Spitzigkeit; die Geriebenheit; die Gewiegtheit
  3. de scherpte (scherpzinnigheid; spitsvondigheid; scherpheid; schranderheid; spitsheid)
    die Klugheit; die Gewandtheit; die Schlagfertigkeit; die Gerissenheit; die Scharfsinnigkeit; der Verstand; der Scharfsinn; der Intellekt; der Spürsinn; die Schlauheit; die Spitzfindigkeit; die Schneidigkeit; die Verschlagenheit; die Gewieftheit; die Geschliffenheit; die Geriebenheit
  4. de scherpte (in vorm zijn)
    die Schneidigkeit

Translation Matrix for scherpte:

NounRelated TranslationsOther Translations
Geriebenheit puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; sluwheid
Gerissenheit puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid adremheid; arglist; arglistigheid; bijdehandheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; list; listigheid; raffinement; slimheid; slimmigheid; sluwe streek; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsvondigheid
Geschliffenheit scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid arglist; arglistigheid; geraffineerdheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; raffinement; sluwheid
Gewandtheit puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid adremheid; bijdehandheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gezwindheid; handigheid; kneep; kunst; kwiekheid; list; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; slimheid; sluwe streek; snedigheid; snelheid; tempo; toer; truc; vaart; vlotheid; vlugheid
Gewieftheit puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid adremheid; bijdehandheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; list; slimheid; slimmigheid; sluwe streek; snedigheid; spitsvondigheid
Gewiegtheit puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; spitsheid doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
Intellekt scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid begrip; begripsvermogen; bevattingsvermogen; brein; brille; conceptie; denkbeeld; denkvermogen; geest; genie; hersens; intellect; intelligentie; notie; vernuft; verstand
Klugheit scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid adremheid; beleid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; gevatheid; goochemheid; hersens; intelligentie; knapheid; pienterheid; schoonheid; schranderheid; slimheid; snedigheid; uitgeslapenheid; verstand
Scharfsinn scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid bij de pinken zijn; brille; genialiteit; genie; goochemheid; intellect; intelligentie; schranderheid; uitgeslapenheid; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
Scharfsinnigkeit scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid
Schlagfertigkeit puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; gevatheid; goochemheid; schranderheid; slagvaardigheid; snedigheid; toepasbaarheid; toepasselijkheid; treffendheid; uitgeslapenheid
Schlauheit scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid adremheid; arglist; arglistigheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; goochemheid; leepheid; linkheid; list; listigheid; raffinement; schranderheid; slimheid; sluwe streek; sluwheid; snedigheid; snoodheid; uitgeslapenheid
Schneidigkeit in vorm zijn; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid aandrift; adremheid; bijdehandheid; bitsheid; daadkracht; dapperheid; durf; energie; esprit; fermheid; fut; gevatheid; gewaagdheid; kattigheid; koenheid; kordaatheid; kracht; kranigheid; lef; moed; momentum; onversaagdheid; puf; snedigheid; vinnigheid; werklust
Schnittkante scherpte; snijkant
Schärfe puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; snijkant; spitsheid bijterigheid; bitsheid; doorzicht; felheid; gedrevenheid; heftigheid; het bijtende; het nare; hevigheid; intensiteit; inzicht; kattigheid; kracht; schamperheid; vinnigheid
Spitzfindigkeit scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid adremheid; bijdehandheid; geraffineerdheid; gevatheid; leepheid; list; raffinement; slimheid; sluwe streek; snedigheid
Spitzigkeit puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; spitsheid bitsheid; bitsigheid; kattigheid; vinnigheid
Spürsinn scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid speurzin
Verschlagenheit puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid arglist; arglistigheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; leepheid; raffinement
Verstand scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid begrip; benul; besef; bewustzijn; brein; conceptie; denkbeeld; denkvermogen; geest; geestvermogen; hersens; intellect; intelligentie; inzicht; notie; rede; vernuft; verstand; verstandelijk vermogen

Related Words for "scherpte":

  • scherptes

Wiktionary Translations for scherpte:


Cross Translation:
FromToVia
scherpte Schärfe acuity — sharpness or acuteness
scherpte Schärfe; Präzision definition — clarity, especially of musical sound in reproduction
scherpte Schärfe; Heftigkeit acrimonieagressivité verbale due à une mauvaise humeur.
scherpte Akutheit; Heftigkeit; Schärfe; schriller Klang; Gellen acuitéqualité de ce qui est aigu.
scherpte Schärfe; Heftigkeit finessequalité de ce qui est fin, délié ou menu.
scherpte Schärfe; Heftigkeit; Bitterkeit âcretéqualité de ce qui est âcre.
scherpte Schärfe; Heftigkeit âpretéqualité de ce qui est âpre.

scherpte form of scherpen:

scherpen verb (scherp, scherpt, scherpte, scherpten, gescherpt)

  1. scherpen (wetten; slijpen; aanzetten)
    wetzen; schleifen; schärfen; abschleifen
    • wetzen verb (wetze, wetzt, wetzte, wetztet, gewetzt)
    • schleifen verb (schleife, schleifst, schleift, schliff, schlifft, geschliffen)
    • schärfen verb (schärfe, schärfst, schärft, schärfte, schärftet, geschärft)
    • abschleifen verb (schleife ab, schleifst ab, schleift ab, schleifte ab, schleiftet ab, abgeschleift)

Conjugations for scherpen:

o.t.t.
  1. scherp
  2. scherpt
  3. scherpt
  4. scherpen
  5. scherpen
  6. scherpen
o.v.t.
  1. scherpte
  2. scherpte
  3. scherpte
  4. scherpten
  5. scherpten
  6. scherpten
v.t.t.
  1. heb gescherpt
  2. hebt gescherpt
  3. heeft gescherpt
  4. hebben gescherpt
  5. hebben gescherpt
  6. hebben gescherpt
v.v.t.
  1. had gescherpt
  2. had gescherpt
  3. had gescherpt
  4. hadden gescherpt
  5. hadden gescherpt
  6. hadden gescherpt
o.t.t.t.
  1. zal scherpen
  2. zult scherpen
  3. zal scherpen
  4. zullen scherpen
  5. zullen scherpen
  6. zullen scherpen
o.v.t.t.
  1. zou scherpen
  2. zou scherpen
  3. zou scherpen
  4. zouden scherpen
  5. zouden scherpen
  6. zouden scherpen
en verder
  1. ben gescherpt
  2. bent gescherpt
  3. is gescherpt
  4. zijn gescherpt
  5. zijn gescherpt
  6. zijn gescherpt
diversen
  1. scherp!
  2. scherpt!
  3. gescherpt
  4. scherpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for scherpen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abschleifen aanzetten; scherpen; slijpen; wetten afslijpen; erafslijpen; scherp maken; slijpen
schleifen aanzetten; scherpen; slijpen; wetten een slepende gang hebben; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; hard drillen; met zich meeslepen; scherp maken; slijpen; uitslijpen; wegslijpen
schärfen aanzetten; scherpen; slijpen; wetten
wetzen aanzetten; scherpen; slijpen; wetten aanpoten; haast maken; haasten; hardlopen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opjagen; opschieten; overhaasten; rennen; reppen; scherp maken; slijpen; snellen; spoeden; stressen; tempo maken; tot spoed aanzetten; vliegen; voortmaken; zich haasten; zich spoeden

Wiktionary Translations for scherpen:


Cross Translation:
FromToVia
scherpen schärfen sharpen — to make sharp
scherpen wetzen whet — hone or rub on with some substance for the purpose of sharpening
scherpen schleifen; wetzen; scharf machen; schärfen; spitzen affileraiguiser le tranchant émousser ou ébrécher d’un instrument, lui donner le fil.
scherpen schleifen; wetzen; scharf machen; schärfen; spitzen aiguiserrendre aigu.