Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vastroesten:


Dutch

Detailed Translations for vastroesten from Dutch to German

vastroesten:

vastroesten verb (roest vast, roestte vast, roestten vast, vastgeroest)

  1. vastroesten
    festrosten
    • festrosten verb (roste fest, rostest fest, rostet fest, rostete fest, rostetet fest, festgerostet)

Conjugations for vastroesten:

o.t.t.
  1. roest vast
  2. roest vast
  3. roest vast
  4. roesten vast
  5. roesten vast
  6. roesten vast
o.v.t.
  1. roestte vast
  2. roestte vast
  3. roestte vast
  4. roestten vast
  5. roestten vast
  6. roestten vast
v.t.t.
  1. ben vastgeroest
  2. bent vastgeroest
  3. is vastgeroest
  4. zijn vastgeroest
  5. zijn vastgeroest
  6. zijn vastgeroest
v.v.t.
  1. was vastgeroest
  2. was vastgeroest
  3. was vastgeroest
  4. waren vastgeroest
  5. waren vastgeroest
  6. waren vastgeroest
o.t.t.t.
  1. zal vastroesten
  2. zult vastroesten
  3. zal vastroesten
  4. zullen vastroesten
  5. zullen vastroesten
  6. zullen vastroesten
o.v.t.t.
  1. zou vastroesten
  2. zou vastroesten
  3. zou vastroesten
  4. zouden vastroesten
  5. zouden vastroesten
  6. zouden vastroesten
diversen
  1. roest vast!
  2. roest vast!
  3. vastgeroest
  4. vastroestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vastroesten [znw.] noun

  1. vastroesten
    Anrosten; Festrosten

Translation Matrix for vastroesten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anrosten vastroesten
Festrosten vastroesten
VerbRelated TranslationsOther Translations
festrosten vastroesten