Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vingerwenk:


Dutch

Detailed Translations for vingerwenk from Dutch to German

vingerwenk:

vingerwenk [znw.] noun

  1. vingerwenk (tip; aanwijzing; vingerwijzing; wenk)
    der Tip; der Hinweis; die Anspielung; die Spur; Indiz; der Wink; der Schimmer; der Fingerzeig; Stichwort

Translation Matrix for vingerwenk:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anspielung aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aantijging; insinuatie; toespeling; verwijzing; zijdelingse verdachtmaking
Fingerzeig aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanwijzing; sein; spoor; teken; toespeling; verwijzing; wenk
Hinweis aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanduiding; aanknopingspunt; aanwijzing; indicatie; kennisgeving; spoor; symptoom; teken; toespeling; verwijzing
Indiz aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanknopingspunt; aanwijzing; spoor
Schimmer aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk flakkering; flikkering; flinter; floers; geflikker; glans; glanslaag; glanzen; glimmen; gloed; greintje; klein beetje; licht verspreiden; restjes; schijn; schijnen; schijnsel; schijntje; schittering; snufje; sprankjes; straling; vleugje; waas; zweem; zweempje; zweempjes
Spur aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanwijzing; eigenschap; flinter; floers; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; scheutje; schijntje; snufje; snuifje; spoor; typering; vleugje; voetspoor; waas; zweem
Stichwort aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk consigne; steekwoord; trefwoord; verkiezingsleus; wachtwoord
Tip aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanwijzing; spoor; toespeling; verwijzing
Wink aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanknopingspunt; aanwijzing; gebaar; geste; sein; spoor; teken; toespeling; verwijzing; wenk