Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bakeren:
  2. baker:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bakeren from Dutch to English

bakeren:

bakeren verb

  1. bakeren
    to dry nurse
    • dry nurse verb (dry nurse, dried nurse, drying nurse)

Translation Matrix for bakeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dry nurse bakeren

Related Words for "bakeren":


Wiktionary Translations for bakeren:

bakeren
verb
  1. het strak inwikkelen van een baby in een deken of lappen.
bakeren
verb
  1. to bind a baby

baker:

baker [de ~ (v)] noun

  1. de baker
    the wet-nurse; the nurse

Translation Matrix for baker:

NounRelated TranslationsOther Translations
nurse baker babyoppas; babysitter; dierverzorger; kinderoppas; min; oppas; verpleegkundige; verpleegster; verzorger; ziekenverpleegster; ziekenverpleger; zoogmoeder; zuster
wet-nurse baker min; zoogmoeder
VerbRelated TranslationsOther Translations
nurse een baby zogen; geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; koesteren; toedienen; verplegen; verstrekken; verzorgen; zogen; zorgen voor; zorgen voor iets

Related Words for "baker":