Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. reagens:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for reagens from Dutch to English

reagens:

reagens [het ~] noun

  1. het reagens (chemische verbinding)
    the reagent; the test; the touchstone; the combination; the criterion

Translation Matrix for reagens:

NounRelated TranslationsOther Translations
combination chemische verbinding; reagens aaneenkoppeling; aaneensluiting; affaire; avontuurtje; combinatie; koppeling; liaison; relatie; samenstelling; slippertje; verbinding; verhouding
criterion chemische verbinding; reagens beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; maatstaf; toetssteen; voorwaarde
reagent chemische verbinding; reagens maatstaf; toetssteen
test chemische verbinding; reagens beproeving; bezoeking; computertoets; ergernis; grief; kwelling; maatstaf; nood; probeersel; proef; proefwerk; repetitie; temptatie; test; toets; toetssteen
touchstone chemische verbinding; reagens maatstaf; toetssteen
VerbRelated TranslationsOther Translations
test aanvragen; aanzoeken; beproeven; examen afnemen; examineren; keuren; onderzoeken; op de proef stellen; overhoren; proberen; proeven; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; vragen

Wiktionary Translations for reagens:

reagens
noun
  1. een chemische stof die deelneemt aan een reactie
reagens
noun
  1. substance used in chemical reactions

Cross Translation:
FromToVia
reagens reagent réactif — Substance introduite pour prendre part à une réaction chimique