Summary


Dutch

Detailed Translations for reguleren from Dutch to English

reguleren:

reguleren verb (reguleer, reguleert, reguleerde, reguleerden, gereguleerd)

  1. reguleren
    to regulate
    • regulate verb (regulates, regulated, regulating)

Conjugations for reguleren:

o.t.t.
  1. reguleer
  2. reguleert
  3. reguleert
  4. reguleren
  5. reguleren
  6. reguleren
o.v.t.
  1. reguleerde
  2. reguleerde
  3. reguleerde
  4. reguleerden
  5. reguleerden
  6. reguleerden
v.t.t.
  1. heb gereguleerd
  2. hebt gereguleerd
  3. heeft gereguleerd
  4. hebben gereguleerd
  5. hebben gereguleerd
  6. hebben gereguleerd
v.v.t.
  1. had gereguleerd
  2. had gereguleerd
  3. had gereguleerd
  4. hadden gereguleerd
  5. hadden gereguleerd
  6. hadden gereguleerd
o.t.t.t.
  1. zal reguleren
  2. zult reguleren
  3. zal reguleren
  4. zullen reguleren
  5. zullen reguleren
  6. zullen reguleren
o.v.t.t.
  1. zou reguleren
  2. zou reguleren
  3. zou reguleren
  4. zouden reguleren
  5. zouden reguleren
  6. zouden reguleren
diversen
  1. reguleer!
  2. reguleert!
  3. gereguleerd
  4. regulerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for reguleren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
regulate reguleren normeren; regelen; reglementeren; schikken; standaard aanbrengen

Wiktionary Translations for reguleren:


Cross Translation:
FromToVia
reguleren tune; attune; regulate; regularize; settle; adjust; arrange; put in order; tidy; categorize; collate; order; sort; conduct; direct; guide; head; lead; drive; show the way réglertirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé.