Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. stijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stijven from Dutch to English

stijven:

stijven verb (stijf, stijft, steef, steven, gesteven)

  1. stijven (stijf maken)
    stiffen; to starch

Conjugations for stijven:

o.t.t.
  1. stijf
  2. stijft
  3. stijft
  4. stijven
  5. stijven
  6. stijven
o.v.t.
  1. steef
  2. steef
  3. steef
  4. steven
  5. steven
  6. steven
v.t.t.
  1. heb gesteven
  2. hebt gesteven
  3. heeft gesteven
  4. hebben gesteven
  5. hebben gesteven
  6. hebben gesteven
v.v.t.
  1. had gesteven
  2. had gesteven
  3. had gesteven
  4. hadden gesteven
  5. hadden gesteven
  6. hadden gesteven
o.t.t.t.
  1. zal stijven
  2. zult stijven
  3. zal stijven
  4. zullen stijven
  5. zullen stijven
  6. zullen stijven
o.v.t.t.
  1. zou stijven
  2. zou stijven
  3. zou stijven
  4. zouden stijven
  5. zouden stijven
  6. zouden stijven
en verder
  1. ben gesteven
  2. bent gesteven
  3. is gesteven
  4. zijn gesteven
  5. zijn gesteven
  6. zijn gesteven
diversen
  1. stijf!
  2. stijft!
  3. gesteven
  4. stijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
starch stijfsel; zetmeel
VerbRelated TranslationsOther Translations
starch stijf maken; stijven
stiffen stijf maken; stijven verstarren; verstenen; verstijven

Wiktionary Translations for stijven:


Cross Translation:
FromToVia
stijven starch amidonner — enduire d’amidon
stijven provide; supply; accommodate; serve; administer munirgarnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet.
stijven provide; supply; accommodate; serve; administer pourvoir — Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général)
stijven comfort; encourage; hearten réconforterrelever les forces, ranimer, remonter, tant au sens physique ou médical, qu'au sens moral.