Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vulling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vulling from Dutch to English

vulling:

vulling [de ~ (v)] noun

  1. de vulling (opvulling; vulsel)
    the filling; the padding; the refill; the stuffing; the stopping; the inflation
  2. de vulling (vulsel; vulstof)
    the filling; the padding; the stuffing

Translation Matrix for vulling:

NounRelated TranslationsOther Translations
filling opvulling; vulling; vulsel; vulstof opvulsel; tandvulling
inflation opvulling; vulling; vulsel geldontwaarding; inflatie; prijsstijging; prijsverhoging
padding opvulling; vulling; vulsel; vulstof opvulling
refill opvulling; vulling; vulsel
stopping opvulling; vulling; vulsel aborteren; afhaken; afhouden; afstoppen; beletten; eindigen; kappen; ophouden; staken; stilhouden; stoppen; uitscheiden; weerhouden
stuffing opvulling; vulling; vulsel; vulstof aanvullen
VerbRelated TranslationsOther Translations
refill herladen
stopping doen stoppen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
filling machtig; moeilijk verteerbaar; slecht verteerbaar; vullend; zwaar

Related Words for "vulling":

  • vullingen

Wiktionary Translations for vulling:

vulling
noun
  1. something used to occupy empty spaces
  2. that which holds, denotes or reserves a place for something to come later

Related Translations for vulling