Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afgeslepen:
  2. afslijpen:


Dutch

Detailed Translations for afgeslepen from Dutch to English

afgeslepen:

afgeslepen adj

  1. afgeslepen

Translation Matrix for afgeslepen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ground off afgeslepen

afgeslepen form of afslijpen:

afslijpen verb (slijp af, slijpt af, sleep af, slepen af, afgeslepen)

  1. afslijpen (erafslijpen)
    to grind off; to grind
    • grind off verb (grinds off, ground off, grinding off)
    • grind verb (grinds, ground, grinding)
  2. afslijpen (erafslijpen)
    to grind off
    • grind off verb (grinds off, ground off, grinding off)

Conjugations for afslijpen:

o.t.t.
  1. slijp af
  2. slijpt af
  3. slijpt af
  4. slijpen af
  5. slijpen af
  6. slijpen af
o.v.t.
  1. sleep af
  2. sleep af
  3. sleep af
  4. slepen af
  5. slepen af
  6. slepen af
v.t.t.
  1. heb afgeslepen
  2. hebt afgeslepen
  3. heeft afgeslepen
  4. hebben afgeslepen
  5. hebben afgeslepen
  6. hebben afgeslepen
v.v.t.
  1. had afgeslepen
  2. had afgeslepen
  3. had afgeslepen
  4. hadden afgeslepen
  5. hadden afgeslepen
  6. hadden afgeslepen
o.t.t.t.
  1. zal afslijpen
  2. zult afslijpen
  3. zal afslijpen
  4. zullen afslijpen
  5. zullen afslijpen
  6. zullen afslijpen
o.v.t.t.
  1. zou afslijpen
  2. zou afslijpen
  3. zou afslijpen
  4. zouden afslijpen
  5. zouden afslijpen
  6. zouden afslijpen
diversen
  1. slijp af!
  2. slijpt af!
  3. afgeslepen
  4. afslijpende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afslijpen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
grind afslijpen; erafslijpen aanzetten; fijnmalen; malen; scherpen; slijpen; vermalen; wetten
grind off afslijpen; erafslijpen