Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bovenkomen:


Dutch

Detailed Translations for bovenkomen from Dutch to English

bovenkomen:

bovenkomen verb (kom boven, komt boven, kwam boven, kwamen boven, bovengekomen)

  1. bovenkomen (omhoogkomen)
    to rise to the surface; to come up
    • rise to the surface verb (rises to the surface, risen to the surface, rising to the surface)
    • come up verb (comes up, came up, coming up)

Conjugations for bovenkomen:

o.t.t.
  1. kom boven
  2. komt boven
  3. komt boven
  4. komen boven
  5. komen boven
  6. komen boven
o.v.t.
  1. kwam boven
  2. kwam boven
  3. kwam boven
  4. kwamen boven
  5. kwamen boven
  6. kwamen boven
v.t.t.
  1. ben bovengekomen
  2. bent bovengekomen
  3. is bovengekomen
  4. zijn bovengekomen
  5. zijn bovengekomen
  6. zijn bovengekomen
v.v.t.
  1. was bovengekomen
  2. was bovengekomen
  3. was bovengekomen
  4. waren bovengekomen
  5. waren bovengekomen
  6. waren bovengekomen
o.t.t.t.
  1. zal bovenkomen
  2. zult bovenkomen
  3. zal bovenkomen
  4. zullen bovenkomen
  5. zullen bovenkomen
  6. zullen bovenkomen
o.v.t.t.
  1. zou bovenkomen
  2. zou bovenkomen
  3. zou bovenkomen
  4. zouden bovenkomen
  5. zouden bovenkomen
  6. zouden bovenkomen
diversen
  1. kom boven!
  2. komt boven!
  3. bovengekomen
  4. bovenkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bovenkomen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
come up bovenkomen; omhoogkomen aanwassen; kiemen; komen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogstijgen; ontkiemen; rijzen; stijgen; uit de kiem te voorschijn komen
rise to the surface bovenkomen; omhoogkomen omhoogkomen; opstijgen; opvliegen