Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ervoor:


Dutch

Detailed Translations for ervoor from Dutch to English

ervoor:

ervoor adv

  1. ervoor (voor; daarvoor)
    before
    – at or in the front 1
    • before adv
      • with the cross of Jesus marching on before1

Translation Matrix for ervoor:

AdverbRelated TranslationsOther Translations
before daarvoor; ervoor; voor aleer; alvoor; alvorens; eer; eertijds; ex; geweest; gewezen; in aanwezigheid van; overstaan; tevoren; toenmalig; van tevoren; vantevoren; voor; vooraf; vooraleer; voordat; voorheen; voormaals; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
ModifierRelated TranslationsOther Translations
in front of daarvoor; ervoor; voor