Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. etalering:


Dutch

Detailed Translations for etalering from Dutch to English

etalering:

etalering [znw.] noun

  1. etalering
    the display

Translation Matrix for etalering:

NounRelated TranslationsOther Translations
display etalering beeldscherm; bekendmaking; monitor; uitstalling
VerbRelated TranslationsOther Translations
display aanbieden; etaleren; exposeren; laten zien; offreren; openbaren; presenteren; tentoonspreiden; tentoonstellen; tonen; uitstallen; vertonen; voor ogen brengen; voorleggen; zich uiten