Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geschiedenis:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geschiedenis from Dutch to English

geschiedenis:

geschiedenis [de ~ (v)] noun

  1. de geschiedenis (historie)
    the history
  2. de geschiedenis (vertelsel; verhaal; verhaaltje; )
    the story; the narration; the tale; the legend; the myth
  3. de geschiedenis
    the history
    – A list of the user's actions within a program, such as commands entered in an operating system shell, menus passed through using Gopher, or links followed using a Web browser. 1
  4. de geschiedenis
    the history
    – A record of all the changes to an object’s properties and relationships. History exists for all objects, such as configuration items and work items." 1

geschiedenis verb

  1. geschiedenis
    history
    – Record of changes to a file or project since it was initially added to a Visual SourceSafe database. The database can return to any point in the file history and recover the file as it existed at that point. 1

Translation Matrix for geschiedenis:

NounRelated TranslationsOther Translations
history geschiedenis; historie geschiedkunde; incident; voorgeschiedenis; zaakje
legend geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bijschrift; legenda; legende; onderschrift; randschrift; sage
myth geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel legende; mythe; sage
narration geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel
story geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bedenksel; excuus; fabel; fictie; leugen; smoes; sprookje; sprookjesverhaal; uitvlucht; verdichting; verdichtsel; verzinsel; voorwendsel
tale geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel
- verhaal
VerbRelated TranslationsOther Translations
history geschiedenis

Related Words for "geschiedenis":

  • geschiedenissen

Synonyms for "geschiedenis":


Related Definitions for "geschiedenis":

  1. wetenschap die zich met het verleden bezighoudt2
    • we bestuderen de geschiedenis van Turkije2
  2. verslag van echte of verzonnen gebeurtenissen2
    • vertel die geschiedenis met die diefstal nog eens2

Wiktionary Translations for geschiedenis:

geschiedenis
noun
  1. de gebeurtenissen van het verleden
geschiedenis
noun
  1. medicine: list of past and continuing medical conditions
  2. branch of knowledge that studies the past
  3. aggregate of past events

Cross Translation:
FromToVia
geschiedenis history Geschichtekein Plural: Vergangenheit der Gesellschaft als Entwicklung und Anpassung gesellschaftlich organisierter Lebewesen an ihre Umwelt
geschiedenis history Geschichtekein Plural: die wissenschaftliche Lehre von der Vergangenheit und ihrer Auswirkungen auf die Gegenwart
geschiedenis history histoire — Connaissance scientifique du passé
geschiedenis timeline; history historique — Narration des faits dans leur ordre et leurs circonstances.
geschiedenis history; log historique — Fichier qui enregistre les actions qui se sont déroulées au cours du temps.