Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. iets afhandelen:


Dutch

Detailed Translations for iets afhandelen from Dutch to English

iets afhandelen:

iets afhandelen verb

  1. iets afhandelen (behandelen)
    to handle
    • handle verb (handles, handled, handling)

Translation Matrix for iets afhandelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
handle beugel; deurklink; deurkruk; draagbeugel; greep; handvat in de vorm van stok; heft; hengsel; ingang; kruk; oor; oor van een kopje; steel
VerbRelated TranslationsOther Translations
handle behandelen; iets afhandelen bejegenen; bezigen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; verhandelen; verkopen

Related Translations for iets afhandelen