Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kletskoek:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kletskoek from Dutch to English

kletskoek:

kletskoek [de ~ (m)] noun

  1. de kletskoek (humbug; flauwekul; gebeuzel; )
    the nonsense; the baloney; the twaddle; the humbug; the folly; the tattle; the piffle

Translation Matrix for kletskoek:

NounRelated TranslationsOther Translations
baloney apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin flut; gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
folly apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin dwaasheid; gein; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; jolijt; keet; leut; lol; malheid; plezier; pret; uitzinnigheid; verdwaasdheid; verdwazing; zotheid
humbug apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin flut
nonsense apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin gebazel; gein; gekkenpraat; humbug; jolijt; keet; klets; kletspraat; kul; larie; leut; lol; malheid; mallepraat; nonsens; onzin; plezier; pret; quatsch; wartaal; zotteklap
piffle apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
tattle apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin klets; kletspraat; quatsch
twaddle apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
VerbRelated TranslationsOther Translations
tattle betrappen; overbrieven; snappen; uit de school klappen; verklikken
twaddle kletspraat verkopen; lullen; zemelen; zeveren; zwammen; zwetsen

Wiktionary Translations for kletskoek:

kletskoek
noun
  1. nonsens, geleuter

Cross Translation:
FromToVia
kletskoek balderdash; nonsense; rubbish Kohlumgangssprachlich abwertend: verworrenes Zeug; etwas unsinnig, sinnlos, töricht
kletskoek balderdash; nonsense; rubbish Stussumgangssprachlich, abwertend: etwas, das (ärgerlicherweise) unsinnig geäußert oder getan wurde; etwas unsinnig, sinnlos, töricht
kletskoek nonsense; rubbish Tinnefumgangssprachlich, abwertend: etwas unsinnig, sinnlos, töricht
kletskoek balderdash; rubbish; nonsense TopfenÖsterreich; umgangssprachlich abwertend: Quatsch; Unsinn