Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. naar boven brengen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for naar boven brengen from Dutch to English

naar boven brengen:

naar boven brengen verb

  1. naar boven brengen (naar boven dragen; omhoogdragen; opwaarts dragen; naar boven tillen)
    to carry up
    • carry up verb (carry up, carried up, carrying up)
  2. naar boven brengen (naar boven leiden; naar boven voeren)
    to take up; to erect; to pull up
    • take up verb (takes up, took up, taking up)
    • erect verb (erects, erected, erecting)
    • pull up verb (pulls up, pulled up, pulling up)

Translation Matrix for naar boven brengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
carry up naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven tillen; omhoogdragen; opwaarts dragen naarbovendragen
erect naar boven brengen; naar boven leiden; naar boven voeren bouwen; construeren; omhoogbrengen; omhoogtrekken; oprichten; optrekken; overeindzetten; rechtop zetten
pull up naar boven brengen; naar boven leiden; naar boven voeren hijsen; met een takel ophijsen; omhooghalen; omhoogtrekken; ophalen; ophijsen; takelen
take up naar boven brengen; naar boven leiden; naar boven voeren absorberen; begrijpen; incorporeren; inlijven; opnemen; opnemen in groter geheel; opslorpen; opslurpen; opvatten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
erect kaarsrecht; lijnrecht; loodrecht; overeind; recht; rechtop; rechtopstaand

Wiktionary Translations for naar boven brengen:


Cross Translation:
FromToVia
naar boven brengen educate; nurse; bring somebody up großziehen — (ein Kind oder ein junges Tier) umsorgen und ernähren, bis es selbständig und erwachsen ist

Related Translations for naar boven brengen