Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onderzetter:


Dutch

Detailed Translations for onderzetter from Dutch to English

onderzetter:

onderzetter [de ~ (m)] noun

  1. de onderzetter (mat; matje; onderlegger; placemat; tafelmatje)
    the coaster; the mat; the table-mat; the stand
  2. de onderzetter (kelkenbakje)
    the coaster; the mat

Translation Matrix for onderzetter:

NounRelated TranslationsOther Translations
coaster kelkenbakje; mat; matje; onderlegger; onderzetter; placemat; tafelmatje bierviltje; kustvaarder
mat kelkenbakje; mat; matje; onderlegger; onderzetter; placemat; tafelmatje onderleggers; onderzetters; placemats; tafelmatjes
stand mat; matje; onderlegger; onderzetter; placemat; tafelmatje bewering; denkbeeld; driepoot; getuigenbank; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; inzicht; kraam; kraampje; lezing; mening; onderstel; oordeel; opinie; opvatting; poot; positie; sokkel; staander; stalletje; stand; stand op jaarbeurs; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; visie; voet; voetstuk; zienswijze; zuilvoet
table-mat mat; matje; onderlegger; onderzetter; placemat; tafelmatje onderleggers; onderzetters; placemats; tafelmatjes
VerbRelated TranslationsOther Translations
mat knokken; matten; strijden; vechten
stand doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; staan; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
mat beslagen; dof; glansloos; grauwkleurig; grijs; mat

Related Words for "onderzetter":