Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ongevoelig maken:


Dutch

Detailed Translations for ongevoelig maken from Dutch to English

ongevoelig maken:

ongevoelig maken verb (maak ongevoelig, maakt ongevoelig, maakte ongevoelig, maakten ongevoelig, ongevoelig gemaakt)

  1. ongevoelig maken
    desensitize; to deaden; insensible to; desensitise

Conjugations for ongevoelig maken:

o.t.t.
  1. maak ongevoelig
  2. maakt ongevoelig
  3. maakt ongevoelig
  4. maken ongevoelig
  5. maken ongevoelig
  6. maken ongevoelig
o.v.t.
  1. maakte ongevoelig
  2. maakte ongevoelig
  3. maakte ongevoelig
  4. maakten ongevoelig
  5. maakten ongevoelig
  6. maakten ongevoelig
v.t.t.
  1. heb ongevoelig gemaakt
  2. hebt ongevoelig gemaakt
  3. heeft ongevoelig gemaakt
  4. hebben ongevoelig gemaakt
  5. hebben ongevoelig gemaakt
  6. hebben ongevoelig gemaakt
v.v.t.
  1. had ongevoelig gemaakt
  2. had ongevoelig gemaakt
  3. had ongevoelig gemaakt
  4. hadden ongevoelig gemaakt
  5. hadden ongevoelig gemaakt
  6. hadden ongevoelig gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal ongevoelig maken
  2. zult ongevoelig maken
  3. zal ongevoelig maken
  4. zullen ongevoelig maken
  5. zullen ongevoelig maken
  6. zullen ongevoelig maken
o.v.t.t.
  1. zou ongevoelig maken
  2. zou ongevoelig maken
  3. zou ongevoelig maken
  4. zouden ongevoelig maken
  5. zouden ongevoelig maken
  6. zouden ongevoelig maken
diversen
  1. maak ongevoelig!
  2. maakt ongevoelig!
  3. ongevoelig gemaakt
  4. ongevoelig makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ongevoelig maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
deaden ongevoelig maken
desensitise ongevoelig maken
desensitize ongevoelig maken
insensible to ongevoelig maken

Related Translations for ongevoelig maken