Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. op bezoek komen:


Dutch

Detailed Translations for op bezoek komen from Dutch to English

op bezoek komen:

op bezoek komen verb

  1. op bezoek komen (bezoeken; langskomen; voorbijkomen; )
    to visit
    • visit verb (visits, visited, visiting)
    to drop by; to drop in
    – visit informally and spontaneously 1
    • drop by verb (drops by, dropped by, dropping by)
      • We frequently drop by the neighbors' house for a cup of coffee1
    • drop in verb (drops in, dropped in, dropping in)

Translation Matrix for op bezoek komen:

NounRelated TranslationsOther Translations
visit bezichtigen; bezichtiging
VerbRelated TranslationsOther Translations
drop by aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen aankomen; aanlopen; bezoeken; binnenvallen; iemand opzoeken; komen aanlopen; langsgaan; langskomen; onverwachts langskomen; op visite gaan; voorbijkomen
drop in aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen binnenwippen; overwippen
visit aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen aankomen; aanschouwen; afspreken; bekijken; bezichtigen; bezien; bezoeken; bij elkaar komen; elkaar ontmoeten; elkaar zien; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; lastigvallen; op visite gaan; samenkomen; teisteren; treffen; verzamelen; voorbijkomen

Related Translations for op bezoek komen