Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. overhangen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overhangen from Dutch to English

overhangen:

overhangen verb (overhang, overhangt, overhing, overhingen, overhangen)

  1. overhangen
    to incline; to hang over
    • incline verb (inclines, inclined, inclining)
    • hang over verb (hangs over, hung over, hanging over)

Conjugations for overhangen:

o.t.t.
  1. overhang
  2. overhangt
  3. overhangt
  4. overhangen
  5. overhangen
  6. overhangen
o.v.t.
  1. overhing
  2. overhing
  3. overhing
  4. overhingen
  5. overhingen
  6. overhingen
v.t.t.
  1. heb overhangen
  2. hebt overhangen
  3. heeft overhangen
  4. hebben overhangen
  5. hebben overhangen
  6. hebben overhangen
v.v.t.
  1. had overhangen
  2. had overhangen
  3. had overhangen
  4. hadden overhangen
  5. hadden overhangen
  6. hadden overhangen
o.t.t.t.
  1. zal overhangen
  2. zult overhangen
  3. zal overhangen
  4. zullen overhangen
  5. zullen overhangen
  6. zullen overhangen
o.v.t.t.
  1. zou overhangen
  2. zou overhangen
  3. zou overhangen
  4. zouden overhangen
  5. zouden overhangen
  6. zouden overhangen
en verder
  1. is overhangen
  2. zijn overhangen
diversen
  1. overhang!
  2. overhangt!
  3. overhangen
  4. overhangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overhangen:

NounRelated TranslationsOther Translations
incline afgang; berm; dijkhelling; glooiing; glooiingshoek; helling; talud
VerbRelated TranslationsOther Translations
hang over overhangen
incline overhangen aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; hellen; neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; vervallen; voorover buigen; voorover hellen

Wiktionary Translations for overhangen:

overhangen
verb
  1. hang over