Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. overstap:
  2. overstappen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overstap from Dutch to English

overstap:

overstap [de ~ (m)] noun

  1. de overstap
    the switch-over; the transfer; the change

Translation Matrix for overstap:

NounRelated TranslationsOther Translations
change overstap amendement; amendering; hervorming; herziening; inruil; keer; keerpunt; kentering; kleingeld; modificatie; mutatie; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omruil; omruiling; omschakeling; omwisselen; omwisseling; overplaatsing; richtingsverandering; ruil; ruiling; ruiltransactie; transformatie; uitwisseling; veranderen; verandering; verruiling; verwisseling; wending; wijzigen; wijziging; wisselgeld; wisseling
switch-over overstap overplaatsing; verruiling
transfer overstap cessie; doorgifte; doorverbinden; gegevensoverdracht; overboeking; overdracht; overmaking; overplaatsing; overschrijving; overstapstation; transport; verruiling; verzending; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
VerbRelated TranslationsOther Translations
change afwisselen; amenderen; andere kleren aantrekken; hernieuwen; herzien; inwisselen; krom buigen; modificeren; ombuigen; omkleden; omruilen; omwerken; omwisselen; opnieuw doen; overdoen; overstappen; ruilen; veranderen; verbuigen; verkleden; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen
transfer afdragen; anders boeken; disloqueren; geld overmaken; overboeken; overbrengen; overdragen aan; overplaatsen; overschrijven; overzenden; overzetten; roeren; standplaats veranderen; transponeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten

Related Words for "overstap":


Wiktionary Translations for overstap:

overstap
noun
  1. time when customer switches provider

overstap form of overstappen:

overstappen verb (stap over, stapt over, stapte over, stapten over, overgestapt)

  1. overstappen
    to change over; stop over
    to change
    – change from one vehicle or transportation line to another 1
    • change verb (changes, changed, changing)
      • She changed in Chicago on her way to the East coast1

Conjugations for overstappen:

o.t.t.
  1. stap over
  2. stapt over
  3. stapt over
  4. stappen over
  5. stappen over
  6. stappen over
o.v.t.
  1. stapte over
  2. stapte over
  3. stapte over
  4. stapten over
  5. stapten over
  6. stapten over
v.t.t.
  1. ben overgestapt
  2. bent overgestapt
  3. is overgestapt
  4. zijn overgestapt
  5. zijn overgestapt
  6. zijn overgestapt
v.v.t.
  1. was overgestapt
  2. was overgestapt
  3. was overgestapt
  4. waren overgestapt
  5. waren overgestapt
  6. waren overgestapt
o.t.t.t.
  1. zal overstappen
  2. zult overstappen
  3. zal overstappen
  4. zullen overstappen
  5. zullen overstappen
  6. zullen overstappen
o.v.t.t.
  1. zou overstappen
  2. zou overstappen
  3. zou overstappen
  4. zouden overstappen
  5. zouden overstappen
  6. zouden overstappen
diversen
  1. stap over!
  2. stapt over!
  3. overgestapt
  4. overstappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overstappen [het ~] noun

  1. het overstappen
    the changing to

Translation Matrix for overstappen:

NounRelated TranslationsOther Translations
change amendement; amendering; hervorming; herziening; inruil; keer; keerpunt; kentering; kleingeld; modificatie; mutatie; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omruil; omruiling; omschakeling; omwisselen; omwisseling; overplaatsing; overstap; richtingsverandering; ruil; ruiling; ruiltransactie; transformatie; uitwisseling; veranderen; verandering; verruiling; verwisseling; wending; wijzigen; wijziging; wisselgeld; wisseling
changing to overstappen
VerbRelated TranslationsOther Translations
change overstappen afwisselen; amenderen; andere kleren aantrekken; hernieuwen; herzien; inwisselen; krom buigen; modificeren; ombuigen; omkleden; omruilen; omwerken; omwisselen; opnieuw doen; overdoen; ruilen; veranderen; verbuigen; verkleden; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen
change over overstappen omschakelen; overschakelen
stop over overstappen

Related Words for "overstappen":


Wiktionary Translations for overstappen:

overstappen
verb
  1. to transfer to another vehicle