Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. portemonnees:
  2. portemonnee:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for portemonnees from Dutch to English

portemonnees:

portemonnees [de ~] noun, plural

  1. de portemonnees (buidels)
    the pouches; the purses

Translation Matrix for portemonnees:

NounRelated TranslationsOther Translations
pouches buidels; portemonnees buidels; buidelzakken
purses buidels; portemonnees buidels; buidelzakken

Related Words for "portemonnees":


portemonnee:

portemonnee [de ~ (m)] noun

  1. de portemonnee (portemonnaie; portefeuille; beurs; knip)
    the wallet; the purse

Translation Matrix for portemonnee:

NounRelated TranslationsOther Translations
purse beurs; knip; portefeuille; portemonnaie; portemonnee damestas; damestasje; geldbuidel; handtas; polstasje; tasje
wallet beurs; knip; portefeuille; portemonnaie; portemonnee
- beurs

Related Words for "portemonnee":


Synonyms for "portemonnee":


Related Definitions for "portemonnee":

  1. waar je je geld in bewaart1
    • hij draagt zijn portemonnee altijd in zijn broekzak1

Wiktionary Translations for portemonnee:

portemonnee
noun
  1. meestal van leder vervaardigde buidel waarin men het geld bewaart dat men op zak heeft
portemonnee
noun
  1. case for keeping money

Cross Translation:
FromToVia
portemonnee purse; wallet PortemonnaieDeutschland, Schweiz: kleines Behältnis für das bei sich getragene Geld
portemonnee purse; coin purse porte-monnaie — Petit sac de cuir, généralement divisé en compartiments, où l’on met les pièces de monnaie.
portemonnee purse; wallet sacoche — Sorte de grosse bourse de cuir ordinairement retenir par une courroie et qui se porter au côté ou dans le dos.