Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. reportage:


Dutch

Detailed Translations for reportage from Dutch to English

reportage:

reportage [de ~ (v)] noun

  1. de reportage (rapport; verslag; weergave; verhaal)
    the report; the survey; the record

Translation Matrix for reportage:

NounRelated TranslationsOther Translations
record rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave album; elpee; grammofoon; grammofoonplaat; l.p.; langspeelplaat; lijst; lijst van gegevens; lp; opgaaf; opgave; optekening; overzicht; plaat; record; schijf; staat; staatje
report rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; blad; boodschap; gewag; lijst; lijst van gegevens; maandblad; magazine; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; periodiek; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; scriptie; staat; staatje; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; uitspraak; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weekblad
survey rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave enquête; het overzien; kartering; ondervraging; overzicht; overzichtelijkheid; totaalbeeld
VerbRelated TranslationsOther Translations
record aantekenen; boeken; boekstaven; inspreken; noteren; onthouden; op schrift stellen; opnemen; opschrijven; opslaan; optekenen; registreren; te boek stellen; vastleggen
report berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
survey controleren; examineren; in kaart brengen; inschrijven; inspecteren; kadastreren; karteren; keuren; overzien; schouwen

Related Words for "reportage":

  • reportages