Dutch

Detailed Translations for samenvoeging from Dutch to English

samenvoeging:

samenvoeging [de ~ (v)] noun

  1. de samenvoeging (samenstelling; assemblage; assembleren; montage)
    the assembly; the montage; the composition; the arrangement
  2. de samenvoeging (bijeenlegging)
    the composition; the clubbing
  3. de samenvoeging (aaneenschakeling; samentrekking)
    the sequence; the concentration; the chain; the coming together; the series
  4. de samenvoeging (aaneenvoeging; verbinding)
    the connection
  5. de samenvoeging (optelsom)
    the sum; the addition sum; the footing
  6. de samenvoeging (verbinding; las)
    the connection; the joining together
  7. de samenvoeging
    the accumulation
    – Profits that are added to the capital of an organization instead of paid to investors as dividends. 1

Translation Matrix for samenvoeging:

NounRelated TranslationsOther Translations
accumulation samenvoeging accumulatie; bende; berg; cumuleren; groep; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophopen; ophoping; opstapelen; samenscholing; selectie; sortering; stapel; stapelen; stel; troep; verzameling
addition sum optelsom; samenvoeging
arrangement assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging arrangement; indeling; instrumentatie; opstelling; ordenen; ordening; orkestratie; plaatsing; rangschikking; regeling; schikken; schikking
assembly assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging assemblee; assembly; bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; samenzijn; vergadering; zitting
chain aaneenschakeling; samentrekking; samenvoeging aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; cyclus; grootwinkelbedrijf; halsketting; halssnoer; kabel; kabeltouw; keten; ketting; kettinkje; kluister; reeks; rij; scheepskabel; scheepstouw; serie; snoer; winkelketen
clubbing bijeenlegging; samenvoeging
coming together aaneenschakeling; samentrekking; samenvoeging
composition assemblage; assembleren; bijeenlegging; montage; samenstelling; samenvoeging akkoordprocedure; architectuur; betekenis; bouw; bouwkunst; combinatie; constructie; inhoud; onderdelen; opbouw; opbouwen; opstel; samengesteld geheel; samenstelling; samenstelling taalkunde; scriptie; structuur; verslag
concentration aaneenschakeling; samentrekking; samenvoeging aandacht verenigen; concentratie; dichtheid; geconcentreerdheid
connection aaneenvoeging; las; samenvoeging; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; aansluiting; affaire; avontuurtje; band; connectie; contact; correlatie; eensgezindheid; koppeling; las; liaison; link; onderling verband; relatie; saamhorigheid; samenhang; schakel; schakeling; slippertje; solidariteit; telefoonaansluiting; telefoonlijn; telefoonverbinding; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verband; verbinding; verbondenheid; verhouding; verwantschap
footing optelsom; samenvoeging
joining together las; samenvoeging; verbinding bijeen voegen
montage assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging filmmontage; montage; montering
sequence aaneenschakeling; samentrekking; samenvoeging aaneenschakeling; cyclus; keten; opeenvolging; opvolging; reeks; rij; sequens; sequentie; serie; successie; vervolgdeel
series aaneenschakeling; samentrekking; samenvoeging aaneenschakeling; aaneenschakelingen; cyclus; keten; opeenvolgingen; reeks; reeksen; rij; serie; series
sum optelsom; samenvoeging bedrag; optelling; rekenopgave; rekensom; samentelling; som; somma
VerbRelated TranslationsOther Translations
chain binden; boeien; ketenen; kluisteren; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen

Related Words for "samenvoeging":

  • samenvoegingen