Dutch

Detailed Translations for slimheid from Dutch to English

slimheid:

slimheid [de ~ (v)] noun

  1. de slimheid (pienterheid; schranderheid; intelligentie)
    the intelligence; the sagacity; the brightness; the cleverness; the insight; the discernment; the smartness
  2. de slimheid (spitsvondigheid; gewiekstheid; slimmigheid)
    the dodge; the cleverness; the wiliness; the smartness
  3. de slimheid (list; sluwe streek)
    the trick

Translation Matrix for slimheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
brightness intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid helderheid; klaarheid; lichtsterkte
cleverness gewiekstheid; intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid bij de pinken zijn; geleerdheid; goochemheid; schranderheid; uitgeslapenheid
discernment intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid brein; doorzicht; hersens; intelligentie; inzicht; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid; verstand
dodge gewiekstheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid foef
insight intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid brein; denkbeeld; doorzicht; hersens; idee; intelligentie; inzicht; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; verstand; visie; zienswijze
intelligence intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid adremheid; bericht; bijdehandheid; brein; brille; denkvermogen; geest; geheime dienst; genie; gevatheid; goochemheid; hersens; inlichtingendienst; intellect; intelligentie; schranderheid; snedigheid; tijding; uitgeslapenheid; veiligheidsdienst; vernuft; verstand
sagacity intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid bij de pinken zijn; goochemheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid; uitgeslapenheid
smartness gewiekstheid; intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid kittigheid
trick list; slimheid; sluwe streek behendigheid; foefje; handigheid; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loer; maniertje; manoeuvre; poets; streek; tochtje; toertje; trip; truc; trucage; uitje; uitstapje
wiliness gewiekstheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
dodge afzetten; bedotten; tillen
trick afzetten; bedonderen; bezwendelen; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; verneuken; voor de gek houden

Related Words for "slimheid":


Wiktionary Translations for slimheid:

slimheid
adjective
  1. cleverness or ingenuity

Cross Translation:
FromToVia
slimheid shrewdness Schläue — (praktisches) Wissen und Intelligenz, um bestimmte Ziele zu erreichen

slim:

slim adj

  1. slim (clever; schrander; snugger; )
    bright
    – characterized by quickness and ease in learning 1
    • bright adj
      • some children are brighter in one subject than another1
  2. slim (goochem; clever; kien; )
    smart; canny; shrewd; wily; sly
  3. slim (gis; schrander)
    wise; smart; clever
  4. slim (scherpzinnig; gevat; schrander; uitgeslapen; snedig)
  5. slim (kien; pienter; uitgekookt; spits; bijdehand)
    keen; sharp
  6. slim (geleerd; wijs; intelligent)

Translation Matrix for slim:

NounRelated TranslationsOther Translations
biting bijten
erudite erudiet; intellectueel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
acute gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen acuut
astute clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen adrem; bijdehand; gevat; raak; scherpzinnig; snedig; spitsvondig; uitgekiend
biting gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen bijtend; bijtende; doordringend; fel; gemeen; inbijtend; invretend; inwerkend; scherp
canny bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen
clever clever; geleerd; gevat; gis; intelligent; kien; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; wijs adrem; bedachtzaam; bijdehand; briljant; correct; doordacht; gehaaid; geniaal; gevat; gewiekst; ingenieus; intelligent; knap; kundig; kunstig; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; rap; scherpzinnig; schrander; snedig; snel; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; verstandig; vindingrijk; vlot; vlug; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
educated geleerd; intelligent; slim; wijs geleerd; geschoold; onderwezen
erudite geleerd; intelligent; slim; wijs belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
ingenious clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen briljant; geniaal; ingenieus; inventief; knap; kundig; kunstig; vaardig; vernuftig; vindingrijk
intelligent clever; geleerd; intelligent; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen; wijs bedachtzaam; correct; doordacht; intelligent; nadenkend; pienter; raadzaam; schrander; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
keen bijdehand; gevat; kien; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spits; uitgekookt; uitgeslapen begerig; briljant; fervent; gretig; happig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; messcherp; scherp; vaardig; verlekkerd; vindingrijk; vurig
sagacious clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
shrewd bij de pinken; clever; goochem; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen achterbaks; berekenend; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; scherpzinnig; slinks; sluw; snood; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt
skilful clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen bedreven; behendig; bekwaam; briljant; geoefend; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; magistraal; meesterlijk; rap; snel; vaardig; vindingrijk; vlot; vlug
skillful clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen bedreven; behendig; bekwaam; briljant; geoefend; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; magistraal; meesterlijk; rap; snel; vaardig; vindingrijk; vlot; vlug
smart bij de pinken; clever; geleerd; gis; goochem; intelligent; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen; wijs adrem; alert; bedachtzaam; bijdehand; chic; correct; doordacht; elegant; esthetisch; gehaaid; gelikt; gevat; gewiekst; intelligent; kittig; knap; leuk om te zien; modieuze verfijning; nadenkend; oplettend; picobello; piekfijn; pienter; raadzaam; raak; scherpzinnig; schrander; smaakvol; snedig; snugger; spitsvondig; stijlvol; tiptop; uitgekiend; uitgeslapen; verfijnd; verstandig; wakker; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
wise clever; gis; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen bedachtzaam; belezen; correct; doordacht; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; nadenkend; ontwikkeld; pienter; raadzaam; schrander; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zeer geleerd; zeer ontwikkeld; zinnig
- bijdehand; intelligent; knap; pienter
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bright clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen aanschouwelijk; adrem; bedachtzaam; bijdehand; blij; blijgeestig; blijmoedig; blinkend; bloeiend; correct; dartel; doordacht; duidelijk; fideel; flagrant; fleurig; flitsend; geestig; gevat; glimmend; hip; intelligent; jolig; kleurig; kleurrijk; knap; kwiek; leuk om te zien; levendig; lustig; modieus; monter; nadenkend; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; overduidelijk; pienter; raadzaam; raak; schrander; snedig; snel; snugger; spiritueus; trendy; uitgelaten; verstandig; vlot; vrolijk; wakker; weldenkend; welgemoed; wijs; wijselijk; zinnig; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zonnig
crafty clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend
sharp bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt achterbaks; adrem; bijdehand; bitter; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; giftig; gluiperig; intelligent; kwaad; leep; listig; messcherp; nijdig; op afgebeten toon; pienter; puntig; raak; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; schrander; schril; slinks; sluw; snedig; snijdend; snood; snugger; spits; spitsig; spitsvormig; stiekem; toegespitst; uitgekookt; uitgeslapen; vlijmend; vlijmscherp; woedend; zeer boos
sharp-minded gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
sharpwitted gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
sly bij de pinken; clever; goochem; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen achterbaks; arglistig; berekenend; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; loos; pesterig; scherpzinnig; slinks; sluw; snood; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; vrij; zonder taak
wily bij de pinken; clever; goochem; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen adrem; bijdehand; gevat; raak; scherpzinnig; snedig; spitsvondig; uitgekiend

Related Words for "slim":


Synonyms for "slim":


Antonyms for "slim":


Related Definitions for "slim":

  1. hij snapt het vlug, reageert snel2
    • Jan is een slimme leerling2

Wiktionary Translations for slim:

slim
adjective
  1. intelligent, snel van begrip
slim
adjective
  1. mentally quick or sharp
  2. intelligent
  3. ready; especially fitted or qualified (to do something); quick to learn; prompt; expert
  4. practically wise, judicious, shrewd
  5. exhibiting intellectual knowledge, such as that found in books

Cross Translation:
FromToVia
slim wily; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky artificieux — littéraire|fr péjoratif|fr Qui est plein d’artifice, de ruse.
slim astute; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky; wily astucieux — Qui a de l’astuce.
slim difficult; hard; inconvenient; tough; arduous difficile — Non facile, qui nécessite un grand effort.
slim hard; difficult; inconvenient; tough; arduous dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.
slim malicious malin — (vieilli) Malicieux (4)
slim cunning; clever; savvy malin — (familier) Rusé (5)
slim devious; tricky; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky; wily rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses.