Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. snijwond:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for snijwond from Dutch to English

snijwond:

snijwond [znw.] noun

  1. snijwond (snee; snede)
    the incision; the knife wound; the cut; the wound

Translation Matrix for snijwond:

NounRelated TranslationsOther Translations
cut snede; snee; snijwond bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; coupure; inkeping; inkerving; inkrimping; insnijding; jaap; keep; kerf; korting; kostenbesparing; ontering; prijsverlaging; prijsvermindering; reductie; snede; snee; sneetje; snijwondje; snit; snoeiing; verkorting; verlaging
incision snede; snee; snijwond cesuur; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; snede; snee; sneetje; snijwondje
knife wound snede; snee; snijwond
wound snede; snee; snijwond bit wond; kwetsuur; verwonding; wond
VerbRelated TranslationsOther Translations
cut aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; coifferen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; een knippend geluid maken; entameren; houtsnijden; in hout schrijven; in tweeën houwen; kappen; kerven; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snerpen; snijden; snijwerk maken; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen
wound bezeren; blesseren; krenken; kwetsen; schaden; verwonden
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
cut gekuist; gesneden; zedig gemaakt

Related Words for "snijwond":

  • snijwonden

Wiktionary Translations for snijwond:


Cross Translation:
FromToVia
snijwond scar balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage.