Dutch

Detailed Translations for triestheid from Dutch to English

triestheid:

triestheid [de ~ (v)] noun

  1. de triestheid (somberheid; treurnis)
    the despondency; the somberness; the gloom; the dejectedness; the sombreness

Translation Matrix for triestheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
dejectedness somberheid; treurnis; triestheid
despondency somberheid; treurnis; triestheid gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; radeloosheid; somberheid; vertwijfeling; wanhoop; zwaarmoedigheid
gloom somberheid; treurnis; triestheid
somberness somberheid; treurnis; triestheid
sombreness somberheid; treurnis; triestheid

Related Words for "triestheid":


triest:


Translation Matrix for triest:

NounRelated TranslationsOther Translations
grey schimmel; wit paard
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
cheerless grauw; mistroostig; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; zwaarmoedig onbehaaglijk; ongezellig; sfeerloos; zonder sfeer
drab grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos eentonig; grauwkleurig; grijs; monotoon; saai; slaapverwekkend
dreary grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend
dull grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; beslagen; bleekrood; bokkig; bot; breinloos; daas; dof; dom; duf; dwars; eentonig; ellendig; flets; geestdodend; geesteloos; glansloos; hersenloos; idioot; koppig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mat; melig; monotoon; niet helder; niet uitbundig; onbenullig; ongeanimeerd; onnozel; onscherp; onverstandig; rot; saai; saaie; slaapverwekkend; smakeloos; soezerig; stijfhoofdig; stijlloos; stom; stompzinnig; stupide; suf; taai; vaalrood; verstandeloos; versuft; vervelend; weerbarstig; weerspannig; zonder afleiding; zouteloos
gloomy grauw; mistroostig; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; zwaarmoedig bedrukt; gedrukt; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; teneergeslagen; terneergeslagen; verdrietig
grey grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos grauwkleurig; grijs; grijsharig
joyless grauw; mistroostig; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; zwaarmoedig
moody naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
pensive naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig droefgeestig; in gedachten verzonken; melancholisch; mijmerend; nadenkend; peinzend
sad grauw; mistroostig; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; zwaarmoedig bedroefd; bedroevend; droef; droefgeestig; droevig; kommervol; melancholisch; melancholische; rouwig; treurig; verdrietig; vol met zorgen
somber naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig
sombre naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig
wistful naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig droefgeestig; melancholisch; melancholische
ModifierRelated TranslationsOther Translations
triste naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig

Related Words for "triest":


Wiktionary Translations for triest:

triest
adjective
  1. sad, grievous
  2. feeling sorrow

Cross Translation:
FromToVia
triest grievous; challenging; exacting; formidable; hard; heavy; tough; arduous; dismal; miserable; bleak pénible — Qui se fait avec peine, qui donne de la peine, de la fatigue.