Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vrijmaking:


Dutch

Detailed Translations for vrijmaking from Dutch to English

vrijmaking:

vrijmaking [de ~ (v)] noun

  1. de vrijmaking (bevrijding; verlossing; redding; ontzetting)
    the liberation; the rescue; the release; the relief

Translation Matrix for vrijmaking:

NounRelated TranslationsOther Translations
liberation bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking amnestie; beschikbaarmaken; bevrijden; disponibel maken; kwijtschelding; loslaten; loslating; verlossing; vrijlating; zaligheid
release bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking amnestie; invrijheidstelling; kwijtschelding; loslating; losraken; uitlaat; uitlaatpijp; verlossing; versie; vlampijp; vrijlating; zaligheid
relief bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking aftrek; aftrekking; assistentie; bemoediging; bijstand; deductie; geruststelling; handreiking; herademing; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; kalmering; ondersteuning; ontzet; opluchting; opmontering; reliëf; sociale bijstand; uitkering; verlichting; vermindering; vertroosting; verzachting
rescue bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking ontzet; verlossing; zaligheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
release afhelpen; amnestie verlenen; bevrijden; bevrijden van; bevrijden van belegeraars; detacheren; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; lanceren; laten gaan; laten opstijgen; loskomen; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; ontheffen; ontslaan; ontsnappen; ontzetten; op de markt brengen; openen; openstellen; oplaten; scheiden; toegankelijk maken; uitgeven; uitsturen; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; verzenden; vrijgeven; vrijkomen; vrijlaten; wegsturen; wegzenden; zich bevrijden
rescue bevrijden van belegeraars; ontzetten; redden; verlossen

Related Words for "vrijmaking":

  • vrijmakingen