Dutch

Detailed Translations for welwillendheid from Dutch to English

welwillendheid:

welwillendheid [de ~ (v)] noun

  1. de welwillendheid (clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid)
    the clemency; the consideration; the leniency; the indulgence; the kindness; the mercy
  2. de welwillendheid (gunstige gezindheid)
    the courtesy
  3. de welwillendheid (goedgunstigheid; gratie)
    the grace; the benevolence; the kindness; the sympathy
  4. de welwillendheid (goedwillendheid)
    the willingness; the affability; the benevolence; the act of courtesy; the kindness

Translation Matrix for welwillendheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
act of courtesy goedwillendheid; welwillendheid
affability goedwillendheid; welwillendheid
benevolence goedgunstigheid; goedwillendheid; gratie; welwillendheid genade; goedertierenheid; goedheid; gratie; humaniteit; liefdadigheid; liefdewerk; weldaad; weldadigheid
clemency clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; welwillendheid clementie; consideratie; genade; goedertierenheid; goedigheid; gratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid; toegevendheid; vergevingsgezindheid
consideration clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; welwillendheid afweging; beraad; beschouwing; bespiegeling; clementie; consideratie; gevoeligheid mbt het betamelijke; inschikkelijkheid; kiesheid; observatie; overdenking; overdenking met commentaar; overweging; toegeeflijkheid; toegevendheid
courtesy gunstige gezindheid; welwillendheid beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; dienst; fatsoen; fatsoenlijkheid; gedienstige handeling; gedienstigheid; gevoeglijkheid; voorkomendheid; welgemanierdheid
grace goedgunstigheid; gratie; welwillendheid bidden; dienst; gebed; genade; gunst; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
indulgence clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; welwillendheid clementie; consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid; toegevendheid
kindness clementie; compassie; goedertierenheid; goedgunstigheid; goedwillendheid; gratie; mildheid; welwillendheid aardigheid; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; liefheid; voorkomendheid; vriendelijkheid; zachtaardigheid; zoetheid
leniency clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; welwillendheid clementie; consideratie; goedheid; goedigheid; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid; toegevendheid
mercy clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; welwillendheid genade; goedertierenheid; gratie; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
sympathy goedgunstigheid; gratie; welwillendheid condoleance; deelname; deelneming; inlevingsvermogen; leedwezen; lotsverbondenheid; medeleven; medelijden; rouwbeklag; sympathie; verbondenheid
willingness goedwillendheid; welwillendheid behulpzaamheid; bereidheid; bereidwilligheid; dienstwilligheid; gereedheid; gewilligheid; goedwilligheid; hulpvaardigheid; paraatheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
grace opluisteren

Related Words for "welwillendheid":


Wiktionary Translations for welwillendheid:

welwillendheid
noun
  1. disposition to do good

welwillendheid form of welwillend:


Translation Matrix for welwillend:

NounRelated TranslationsOther Translations
cooperative coöperatie; werkgemeenschap
readiness bereidheid; bereidwilligheid; gereedheid; paraatheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
benevolent goedgunstig; welwillend aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; charitatief; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; liefdadig; mild; plezierig; voorkomend; vriendelijk; weldadig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
cooperative coöperatief; medewerkend; welwillend gehoorzaam
gentle clement; goedhartig; mak; mild; welwillend; zacht; zachtaardig
lenient bereidvaardig; bereidwillig; welwillend barmhartig; genaderijk; tolerant; vergevend
obliging bereidvaardig; bereidwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidwillig; beschaafd; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gemanierd; genaakbaar; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegankelijk; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijke; wellevend; welopgevoed; willig
ready bereidvaardig; bereidwillig; welwillend af; afgedaan; afgelopen; bereidvaardig; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gedwee; gepleegd; gereed; gewillig; geëindigd; inschikkelijk; klaar; meegaand; over; paraat; soepel; toegeeflijk; toegevend; uit; voltooid; voorbij
sympathetic goedgunstig; welwillend aardig; bijzonder aangenaam; genegen; leuk; lief; medelevend; meelevend; meevoelend; ruimhartig; sympathiek
willing bereidvaardig; bereidwillig; goedgunstig; welwillend bereid; bereidvaardig; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gehoorzaam; genegen; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend; willig
AdverbRelated TranslationsOther Translations
willingly goedwillig; welwillend gaarne; goedschiks; graag
ModifierRelated TranslationsOther Translations
readiness bereidvaardig; bereidwillig; welwillend

Related Words for "welwillend":

  • welwillendheid, welwillender, welwillendere, welwillendst, welwillendste, welwillende

Wiktionary Translations for welwillend:

welwillend
adjective
  1. willing to do what pleases others
  2. having a disposition to do good
  3. kind, genial, benevolent or tolerant
  4. willing to acquiesce.

Cross Translation:
FromToVia
welwillend benevolent bienveillant — Qui a ou marque de la bienveillance
welwillend kind; benevolent; debonair; weak-willed débonnairebon, gentil, bienveillant.

Related Translations for welwillendheid